Kengetallen zijn cijfers die uit de technische (en/of financiële) gegevens van een varkensbedrijf worden berekend en op een snelle manier een indicatie van het bedrijf kunnen geven. Deze technische kengetallen beschrijven vooral de productiviteit (biggen en –vleesproductie) en het (kracht)voederverbruik. In eerste instantie kan een varkenshouder, bedrijfsadviseur en/of bedrijfsdierenarts door middel van deze kengetallen de evolutie van de productie van een varkensbedrijf opvolgen. Daarnaast kan de impact van, al dan niet doelbewuste, managementveranderingen – bijvoorbeeld een verandering van een vaccinatieschema – in de tijd worden beoordeeld. Bovendien kunnen bedrijven op basis van kengetallen met elkaar worden vergeleken en kan de varkenshouder de productiviteit van zijn eigen bedrijf t.o.v. (het gemiddelde van) andere bedrijven toetsen. Echter, vergelijken van bedrijven op basis van kengetallen is niet evident daar er steeds rekening moet worden gehouden met een aantal sterk beïnvloedende factoren zoals bedrijfsgrootte, aanwezige genetica, het toegepaste wekensysteem, diergezondheid, voeder, enz. Verder dient er te worden nagegaan of de kengetallen gestandaardiseerd zijn.
Kengetallen bestrijken het hele varkensbedrijf en kunnen worden opgedeeld volgens de bedrijfsstructuur: de zeugenhouderij, de biggenbatterij en de vleesvarkensafdeling. In de zeugenhouderij is het begrip kengetallen reeds jaar en dag algemeen aanvaard. Dit in tegenstelling tot de biggenbatterij en de vleesvarkens, waar in de Belgische varkenshouderij helaas nauwelijks gebruik van kengetallen wordt gemaakt. In de zeugenhouderij hebben kengetallen enerzijds betrekking op de zeugen en anderzijds op de biggen. (bron: Varkensbedrijf (april 2012) p. 27 – 29)