Volgens jou? en volgens een collega/klasgenoot? Vergelijk jouw lijstje met dat van je collega/klasgenoot.
Schrijf voorbeelden van alle soorten gedrag van cliënten op die jij bestempeld als
agressief.(minimaal 10)
Beschrijf de verschillen en overeenkomsten.
Welk gedrag bestempelen je collega’s/klasgenoten wel als agressief gedrag, maar jij niet?
Welk gedrag bestempelen je collega’s/klasgenoten als niet agressief gedrag, maar jij wel?
2 Waarom agressie? Wat vind jij? Geef antwoord op de volgende vragen:
Hoe komt het dat iemand agressief wordt?
Wat maakt cliënten meestal agressief?
Kies uit je stage/werkveld een cliënt: minimaal 3 voorbeelden agressief gedrag waar jij mee te maken hebt gehad.
Wat zijn, denk jij, de oorzaken van die agressie?
Welke signalen gaf de cliënt vooraf?
Hoe gaan jullie om met die signalen?
Wat kunnen jullie zoal doen om te voorkomen dat de cliënt uit zijn dak gaat?
3. Ben je het eens met de stelling ‘Agressie is een hulpvraag’? zo ja
waarom/zo nee waarom. Minimaal 10 regels.