Je leert in de onderzoeksopdracht leerlingdenkbeelden
-in taaluitingen van leerlingen te onderscheiden of de gebruikte taal betrekking heeft op eigenschappen uit de macro-wereld, eigenschappen uit de micro-wereld of de verbinding tussen die twee.
-waarom leerlingen het moeilijk vinden eigenschappen op bepaald niveau te koppelen aan structuren op het daaronder liggend niveau
Opdracht 2.1: Een beschreven les over deeltjes.
a. Bestudeer het artikel "Deeltjes: als bolletjes steeds langzamer bewegen":
/userfiles/67c53f7c1f64a44eff45510f98d4a70597ca3a04.pdf
b. Markeer macroscopische begrippen rood en microscopische eigenschappen groen.
c. Markeer zinnen waarin de verbinding wordt gelegd geel.
d. Beschrijf hoe de docent zorgt voor een duidelijk onderscheid tussen beide niveaus.
e. Welke suggesties heb je om het onderscheid duidelijker te maken?
Opdracht 2.2: Opdracht bij een bestaand artikel testen
Inleiding
Leerlingen hebben een tekst gelezen over meso-structuren in glutenvrij brood. Daarna is met hen een gesprek gevoerd over het geleerde. Het artikel bleek moeilijk en gaf begripsproblemen. Daarom is een nieuwe opdracht voor leerlingen bedacht.
Opdrachten
a. Bestudeer het artikel over meso-structuren in glutenvrij brood. Dit is het artikel dat leerlingen hebben gelezen:
/userfiles/6c3c64b9a5c332c656a19dca4710cae2c034630c.pdf
Welke begripsproblemen verwacht je voor leerlingen?
b. Bestudeer het protocol van het gesprek na afloop, zie bijlage 2:
/userfiles/7e23d8cda1dac654896dfb52110f8bece9e0e6a3.pdf
Welke begripsproblemen hebben de leerlingen ervaren?
c. Maak zelf de nieuwe opdracht voor leerlingen, zie bijlage 3:
/userfiles/16057b1131433146914299b602ae5649b55a6ab3.pdf
d. Beschrijf in hoeverre deze nieuwe opdracht een oplossing biedt voor de gesignaleerde begripsproblemen uit opdracht b.
e. Laat een groepje leerlingen deze nieuwe opdracht uitvoeren en observeer eventuele begripsproblemen.
Opdracht 2.3 Interview met leerlingen.
Je gaat een kort interview houden met een klein groepje leerlingen over micro-meso-macro. Je analyseert dit op mogelijke de denkbeelden van leerlingen.
a. Bedenk vragen die je de leerlingen wilt stellen over een onderwerp dat betrekking heeft op micro-meso-macro-denken.
b. Voer het gesprek en maak een geluids- of beeldopname.
c. Analyseer het gesprek op karakteristieke denkbeelden.
d. Beschrijf de denkbeelden en voorzie ze van voorbeelden uit het gesprek.
e. Formuleer wat je geleerd hebt van de bovenstaande opdracht.