Criteria |
0 |
v |
g |
Te behalen punten bij O V G |
1 |
2 |
3 |
Brononderzoek Beoordeel vragen per cluster. Over leven met een stoornis: • Waarmee hebben kinderen met autisme moeite? • Wat is de definitie van een lichte verstandelijke beperking? • Wat is het verschil tussen de uiting van gevoelens, emoties en gedragingen van ‘gewone’ kinderen en van kinderen met autisme? • Wat de houdt de ABA-methode in? • Welke methoden zijn specifiek gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen met een autismespectrumstoornis? • Wat beschrijf je in een ondersteuningsplan?
Over de theorie: • Wat zijn de principes van SON-Rise? • Waarvoor is het TEACCH-programma ontwikkeld? • Waarover willen mensen met een autismespectrumstoornis duidelijkheid, volgens de ‘geef me de vijf’-methode? • Kun je de methode Vlaskamp toepassen bij kinderen zoals Romijn? Waarom wel/niet? • Aan welke zeven thema’s geef je aandacht tijdens een familiegesprek? • Benoem de vijf aandachtspunten bij familiezorg. • Welke reacties kun je bij mensen tegenkomen als zij iemand verliezen? • Welk gedrag kan een jong kind laten zien als hij een van zijn ouders verliest? • Er zijn aspecten van ondersteunen die van toepassing zijn op alle doelgroepen en alle soorten beperkingen. Welke zijn dat? Leg ze kort uit. • Waar houd je rekening mee als je iemand met een verstandelijke beperking instructie geeft?
V = Geeft antwoord op de vragen. G = Gebruikt ook relevante zelf geformuleerde onderzoeksvragen.
|
|
|
|
Producten 1 Het familiegesprek: V = De vragen en aandachtspunten zijn zo veel mogelijk gericht op de situatie van Daan met aandacht voor de familieleden zelf.1 G = Er zijn puntsgewijs en per onderwerp geclusterde aandachtspunten en vragen, duidelijk gericht op de situatie van Daan met aandacht voor de familieleden zelf
|
|
|
|
|
|
|
|
3 Checklist: V = Er is een lijst met specifieke lichamelijke, emotionele, cognitieve en gedragsmatige reacties.G = Er is een lijst met specifieke lichamelijke, emotionele, cognitieve en gedragsmatige reacties, rekening houdend met autismespectrumstoornis
|
|
|
|
4 Het ondersteuningsplan: V = Alle genoemde vragen zijn beantwoord en bevatten een onderbouwing.
G = Er is een begeleidingsplan dat in de beroepspraktijk gebruikt kan worden. De methodiek is benoemt en neemt een belangrijke plaats in. Er is concreet gemaakt hoe dit uitgevoerd gaat worden. |
|
|
|
Dagindeling: V = Het is een dagindeling waarbij de meest logische activiteiten naar voren komen G = Het is een gedetailleerde dagindeling. Van opstaan tot slapen gaan. Inclusief de begeleiding van familieleden, zoals in het begeleidingsplan opgenomen
|
|
|
|
Brief aan jezelf: Beoordeel de twee onderdelen:
• gaat in op het persoonlijk leerproces • gaat in op het groepsproces
V = De uitwerking voldoet aan de eisen. G = De uitwerking getuigt van een grote mate van zelfinzicht. |
|
|
|
Totaal aantal punten |
|
|
|
Richtlijnen voor het behalen van een voldoende voor deze uitdaging:
• Voor een voldoende moet je minimaal 14 punten hebben.
• Punt 2 en 4 moeten voldoende zijn.
• De brief aan jezelf moet voldoende zijn, alle vragen zijn ruimschoots beantwoord