In de tabel is te zien dat koelen met een traditionele koelmachine ongeveer 15 kWh per 1.000 kg melk kost. Met een voorkoeler is hierop vrij eenvoudig zo’n 40 procent te besparen. Voorkoelers werken volgens het tegenstroomprincipe. Melk en water stromen in aparte ruimten in tegengestelde richting, van elkaar gescheiden door een dunne wand. Er zijn 2 typen: de platenkoeler en de buizenkoeler. De platenkoeler is de vorm die meestal wordt toegepast. Hierbij zijn platen zij aan zij in één pakket gemonteerd. Warme melk stroomt aan de ene kant van de plaat terwijl koud water aan de andere kant van de plaat de zelfde route aflegt. In verband met melkkwaliteitszorgsystemen is een dubbelwandige platenkoeler verplicht. Naast de platenkoeler is er de buizenkoeler. Hierbij stroomt de warme melk door een roestvaststalen leiding. Deze leiding ligt op haar beurt in een tweede rvs-leiding waardoor het koude water in tegengestelde richting stroomt. Globaal wordt bij een verhouding van 2 liter water op 1 liter melk de melk voor gekoeld tot ongeveer 20° C. De koelmachine koelt de melk dan verder tot 4° C.Het min of meer opgewarmde voorkoelwater is bruikbaar als drinkwater voor het melkvee.
De (overgebeleven) warmte in de melk is er uit te halen met warmteterugwinningsapparatuur. Op deze manier kan tot wel 60 procent van de warmte die vrijkomt bij het koelen van melk opgevangen worden. Na omzetting in warm water kan het gebruikt worden bij de reiniging van de melkinstallatie en van de melkkoeltank.
De temperatuur van het water dat uit de warmteterugwinning komt, is van veel factoren afhankelijk, zoals:
De toepassing van dit systeem kan een besparing van wel 50 procent van de benodigde energie voor het opwarmen van water opleveren. Bij grote warmwaterproducties kan het warme water ook bijvoorbeeld in het huishouden worden ingezet. Het is belangrijk om dit water in verband met mogelijke bacteriegroei (Legionella!) te verwarmen tot temperaturen boven 60°C.
Koeltank, warmte wordt uit de melk gehaald door een koelmiddel dat in het systeem circuleert.
Compressor, de compressor circuleert het koelmiddel.
Platenkoeler, een platen-wisselaar brengt de warmte over aan het kraanwater
Condensor, de condensor neemt de overgebleven energie over van het koelmiddel.
Waterpomp, de pomp circuleert het water van de cb-wisselaar naar het opslagvat.
Opslagvat, het warme water (35 - 50° C) wordt opgeslagen in het opslagvat.
Boiler, warm water wordt dan verhit in de boiler van 50 tot 80° C.
De warmtewisselaar is in het opslagvat ingebouwd. Het te condenseren koudemiddel wordt dan door deze wisselaar geleid, waardoor het water in het vat direct opwarmt. Grote voordeel van dit systeem is dat het geen draaiende onderdelen bevat en daardoor onderhoudsvrij is. (bovenstaande uitvoering 1 is niet onderhoudsvrij, de pomp kan defect gaan, de thermostaat kan defect gaan en de wisselaar kan lek gaan). Onderstaande doorsnede van het vat van uitvoering 2 staat hieronder weergegeven:
Warm water dat direct uit het warmteterugwinningsvat komt, zou je kunnen gebruiken voor toepassingen als uierdouches, het wassen van de handen en het aanmaken van kalvermelk. Dit wordt echter ten sterkste afgeraden ivm legionellagevaar. Daarom moet water uit warmteterugwinning altijd eerste worden doorverwarmd tot boven de 60° C en daarna eventueel bijgemengd met koud water.
Een bedrijf met 80 koeien gebruikt gemiddeld zo'n 300 liter water per dag van 80° C Zonder warmteterugwinning komt dat neer op een jaarlijks elektriciteitsverbruik van 11.140 kWh dat € 2.500,- kost. Door warmteterugwinning daalt het verbruik tot 6.400 kWh. dt kost € 1.472,- Hiermee bespaar je dus ruim €1.000,- per jaar.
De energie die teruggewonnen wordt uit 1.000 liter melk per dag en omgezet wordt in warmte gelijkstaat aan de energie/jaar uit:
13.100 kWh elektrische energie
1.900 liter olie
1.650 m³ natuurlijk gas = biogas?
950 kg propaangas