In dit thema leer je de volgende woorden.
Zelfstandig naamwoord |
|
de weekdag- de weekdagen de dagen van de week |
|
de werkdag- de werkdagen |
maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag |
het weekend- weekends |
zaterdag zondag |
de feestdag- de feestdagen |
Kerstmis nieuwjaar Pasen Suikerfeest |
de sluitingsdag = de dag in de week waarop de winkel gesloten is |
de hele dag open ←→ de middagpauze/ tussen de middag gesloten doorlopend open
de winkel is open van 9.00 uur tot 20.00 uur (van 9.00 ’s morgens tot 8 uur s’avonds) geopend van 9.00 uur tot 20.00 uur (van 9.00 ’s morgens tot 8 uur s’avonds) alleen / ’s ochtends/ ’s middags/ ’s avonds open op afspraak
op zondag gesloten |