1H01 Opgaven ......................................................................................................................................
1 | Lijn, lijnstuk en punt |
Neem de tekst over in je schrift en vul de woorden ‘punt’, ‘lijn’, ‘lijnstuk’, ‘snijpunt’, ‘loodrechte’ of ‘evenwijdige’ in.
l is een ……
AB is een ……
A is een ………
l en m zijn ……… lijnen.
k en m zijn ……… lijnen.
A is het ……… van lijn k en lijn m.
2 | Voorbeeld 1 |
Noem twee voorbeelden van evenwijdige lijnen.
3 | ![]() |
Voorbeeld 2 |
Teken met je geodriehoek lijn m evenwijdig aan lijn l.
Zorg dat de lijnen l en m precies 2 cm van elkaar liggen.
4 | ![]() |
Voorbeeld 3 |
Bekijk, zo nodig, eerst één of meer filmpjes:
(Als je mee wilt doen: hier is het werkblad bij filmpje 1 Zelf afdrukken! )
Teken met je geodriehoek lijn p precies loodrecht op lijn l.
Denk aan het tekentje voor loodrecht!
5 | ![]() |
Kernopgave |
In je werkboek zie je lijn l met punt P op die lijn.
6 | ![]() |
Lijn en punt |
Op je werkblad zie je lijn l en de punten P en Q.
7 | ![]() |
Lijnen op een rooster |
Een rooster kan je helpen bij het tekenen van evenwijdige en loodrechte lijnen.
8 | Halve lijnen |
Teken in je schrift een punt B
Teken daarna twee halve lijnen met beginpunt B
9 | Visgraat |
Zijn de lijnen a en b evenwijdig?
10 | ![]() |
Twee halve lijnen |
Teken in je schrift een punt C.
Kun je twee halve lijnen tekenen die beginnen in punt C EN die evenwijdig zijn?
11 | ![]() |
Plattegrond |
Maak op een aparte bladzijde in je schrift een klassenplan voor je wiskundelokaal.
Gebruik evenwijdige en loodrechte lijnen. Vul de namen van de leerlingen in.