De verwerking bestaat uit de ProWise les min de eerste 3 dia's. De verwerking bestaat uit een instructie, die door de juf of meester wordt gegeven, een proefje en een leertekst met vragen
ProWise Les 2: Dat smaakt naar meer!
Werkblad 2: Waar proef je welke smaak?
Ieder mens heeft 5 verschillende zintuigen. Deze zintuigen zijn om te horen, ruiken, proeven, voelen en zien. Vaak werken de zintuigen samen om dingen goed te kunnen waarnemen. Bij de tong en de neus kunnen we deze samenwerking goed merken. De neus en de tong werken namelijk samen. Om te kijken hoe dat precies gaat, moeten we eerst weten hoe de neus en de tong apart werken.
Helemaal boven in je neus zit het orgaan dat ervoor zorgt dat we kunnen ruiken: het reukorgaan. Op dit reukorgaan zit een laagje slijm. Onder dit laagje slijm zitten de zintuigcellen. Deze cellen nemen prikkels waar en zorgen er uiteindelijk voor dat we een bepaalde geur kunnen ruiken. De stofjes uit de lucht die in onze neus komen binden zich namelijk aan de zintuigcellen. Dit worden prikkels genoemd: de zintuigcellen krijgen een signaal dat ze door moeten geven. Nadat de stofjes zich gebonden hebben aan de zintuigcellen, zenden de zintuigcellen een signaal uit naar de hersenen. Dit signaal komt in de hersenen via zenuwen. De hersenen zetten het signaal om in, in dit geval, een geur.
Om smaken te herkennen, zijn de smaakpapillen heel belangrijk. Een smaakpapil bestaat uit zintuigcellen. Net als bij het reukorgaan, leiden deze zintuigcellen een prikkel naar de hersenen via zenuwen. De hersenen zetten dit signaal weer om, maar omdat het signaal via de smaakpapillen is binnen gekomen, wordt het niet omgezet in een geur maar in een smaak.
Er zijn vast wel dingen die jij niet lekker vindt en je moeder of vader juist wel. Dit heeft ook te maken met je smaakpapillen. Een smaakpapil kan ongeveer 10 dagen oud worden. Smaakpapillen verversen zichzelf. Als er eentje verdwijnt, komt er een nieuwe voor in de plaats. Het kan ook gebeuren dat een smaakpapil verdwijnt, maar dat er geen nieuwe voor in de plaats komt. Dit gebeurt vaker naarmate je ouder wordt. Hierdoor kan het zijn dat je ineens dingen niet meer lust die je eerst wel lekker vond, of juist precies andersom. Het vernieuwen en verdwijnen van je smaakpapillen bepaalt wat je uiteindelijk lekker vindt en wat niet.
Maar hoe zit het nou met de samenwerking van de neus en de tong? De neus en de tong werken ieder op zichzelf, maar je hebt vast wel eens gemerkt dat je minder proeft als je verkouden bent. Je proeft wel wat, maar de smaken zijn minder sterk dan wanneer je wel goed kunt ruiken. Dit komt door die samenwerking. Je kunt wel dingen proeven zonder je neus, maar je neus zorgt ervoor dat de smaken veel sterker zijn. Daarom proef je dus minder als je verkouden bent!