Schatten
Als je de uitkomst van een berekening wilt schatten, rond je de getallen af op getallen waarmee je gemakkelijker kunt rekenen.
Voorbeelden
Soms moet je de maat van iets schatten.
Je vergelijkt dan met een maat die bekend is. Bijvoorbeeld:
- een volwassen man is iets minder dan
m
- de afstand van Amsterdam naar Utrecht is iets meer dan
km
- een voetbalveld is ongeveer
m bij
m
m2
- een volwassen man weegt ongeveer
kg
- een auto op de snelweg rijdt ongeveer
km/uur
- een pak melk heeft een inhoud van
L