Stap 5 - Spookwijken

Amnesty voert al jaren actie tegen de gedwongen huisuitzettingen in Angola. Ook in eigen land krijgt de Angolese regering veel kritiek. Om aan die kritiek tegemoet te komen, beloofde president José Eduardo dos Santos één miljoen nieuwe huizen te bouwen voor de bewoners van de musseques. Een belofte die hij lijkt te gaan nakomen.

Angola gaat in zee met Chinese en Portugese bouwbedrijven en ze stampen de wijk Nova Cidade de Kilamba uit de grond. De wijk is vijfduizend hectare groot (ter vergelijking: Nijmegen in Nederland is 5670 hectares groot). Kilamba telt 750 woontorens, honderd winkels en twaalf scholen. De wijk biedt woonruimte aan een half miljoen mensen.

Nova Cidade de Kilamba


Als je goed naar foto’s kijkt, valt je meteen wat op: er staan geen mensen op. Kilamba is een spookstad geworden. Van de appartementen (links) zijn er pas zo’n 220 verkocht. De woningen (rechts) zijn helemaal onverkoopbaar. De prijzen lopen uiteen van 35.000 tot 200.000 dollar en dat is voor de meeste Angolezen veel te duur, temeer omdat je als (voormalige) bewoner van een musseque geen hypotheek krijgt.

Maar er zijn meer redenen waarom het Kilamba-project mislukt is. Carlos Figueiredo, directeur van de Angolese ontwikkelingsorganisatie Development Workshop, zegt daarover:
“De regering stampt nieuwe woonwijken uit de grond, gebouwd door buitenlandse bedrijven, waar niemand graag wil wonen. De huizen zijn vaak te duur, de ligging is onhandig, de behoeften van bewoners, zoals aan winkels en huizen, zijn niet gepeild. Een nieuwe woonwijk neerzetten is in de eerste plaats een sociale onderneming.”

Bekijk de video.

Maar er zijn meer redenen waarom het Kilamba-project mislukt is. Carlos Figueiredo, directeur van de Angolese ontwikkelingsorganisatie Development Workshop, zegt daarover:
“De regering stampt nieuwe woonwijken uit de grond, gebouwd door buitenlandse bedrijven, waar niemand graag wil wonen. De huizen zijn vaak te duur, de ligging is onhandig, de behoeften van bewoners, zoals aan winkels en huizen, zijn niet gepeild. Een nieuwe woonwijk neerzetten is in de eerste plaats een sociale onderneming.”

Een bouwkundige uit Portugal - die liever niet bij naam genoemd wordt - zegt:
“Ik had in Portugal gedacht dat ik hier in de sociale woningbouw zou werken, dat trok me aan. Maar eerlijk gezegd, bouwen we voor een elite. Als die er is. De overheid moet deze huizen zien te verkopen, dus mijn bedrijf loopt geen risico. Maar ik was niet gekomen om onverkoopbare nieuwbouw neer te zetten.”

Hoe het wel kan, laat Habiterra zien, in Huambo, de tweede stad van Angola. Habiterra komt pal aan de rand van de bebouwde kom van de stad te liggen en niet zoals bij Kilamba dat op 30 kilometer van het centrum van Luanda gesitueerd is.
Habiterra is ideaal voor een nieuwe woonwijk, denkt Figueiredo. “Er is veel belangstelling uit de sloppenwijk even verderop. Langs een riviertje staan illegaal gebouwde huisjes en hutten, pal op elkaar, zonder elektriciteit of drinkwater. Een gezinswoning van Habiterra heb je al voor 17 duizend dollar; het kan nog goedkoper als je zelf meewerkt aan de bouw. Er staat een modelwoning, gebouwd door vrijwilligers uit de buurt. We hebben dit zo ontworpen na overleg met de inwoners van het oude dorp en met toekomstige wijkbewoners. Op maar een paar van die kavels wordt gebouwd. Wij beginnen pas te bouwen, als er een klant is die zijn financiering rond heeft.”

Hebben de bewoners van de musseque wel geld voor het Habiterra-project? Jazeker! De woningen worden niet gebouwd door buitenlandse bedrijven. De ongeschoolde jongeren uit de buurt krijgen een korte opleiding en een baan bij Habiterra zodra het bouwen voor de klanten echt begint. De bewoners van Habiterra kunnen een microkrediet krijgen van Development Workshop. En zo snijdt het mes aan twee kanten.