De mannelijke geslachtshormonen regelen de aanleg van mannelijke geslachtsorganen en zorgen ook voor de secundaire geslachtskenmerken en de aanmaak van sperma. De geestelijke ontwikkeling in de puberteit wordt ook door geslachtshormonen geregeld.
FSH, aangemaakt in de hypofyse in de hersenen, stimuleert de aanmaak van zaadcellen in de zaadbal.
LH zorgt ervoor dat cellen (cellen van Leydig) in de zaadbal het mannelijk geslachtshormoon testosteron gaan maken. Testosteron beïnvloedt de verdere ontwikkeling van zaadcellen.
Via het bloed komt testosteron bij alle organen terecht en zorgt het voor de ontwikkeling van mannelijke secundaire geslachtskenmerken. Cellen in haarzakjes reageren op testosteron door stevigere haren te produceren, spiercellen reageren door een toename in volume.
Terugkoppeling
Testosteron kan op zijn beurt weer de aanmaak van FSH en LH in de hypofyse remmen. Hierdoor maken de interstitiële cellen minder testosteron en daalt de testosteronconcentratie in het bloed. Dit zorgt ervoor dat de hypofyse weer meer LH gaat produceren, waarna er weer meer testosteron gemaakt wordt door de interstitiële cellen etc. De concentratie van beide hormonen in het bloed blijft op deze manier redelijk constant.