Bij het ouder worden neemt het aantal lichaamscellen af en gaan de cellen minder goed functioneren. Hierdoor neemt de werking van organen, hersenen, zintuigen en spieren geleidelijk af. Deze achteruitgang begint ongemerkt al vanaf het twintigste jaar.
Bij de meeste mensen wordt de veroudering pas merkbaar tussen de vijftig en de zestig jaar. Veroudering kan leiden tot lichamelijke en geestelijke gebreken. Veel voorkomende ouderdomsziekten zijn hart- en vaatziekten (bijvoorbeeld een hartinfarct of een hersenbloeding), bepaalde vormen van kanker (bijvoorbeeld prostaatkanker), aantasting van de beenderen en gewrichten en de ziekte van Alzheimer.
Gezonde voeding en een gezonde leefstijl kunnen mensen langer gezond laten leven en ernstige ziektes voorkomen. Van belang zijn: niet roken, matig alcoholgebruik, weinig dierlijke vetten eten en voldoende beweging.