Voordat je start met de diagnostische toets is het belangrijk dat je eerst jouw voorkennis activeert. Maak een Word-bestand aan. In dit bestand schrijf je een brainstorm over alles wat je weet over het ontleden van zinnen. Daaronder noteer je wat je nog wilt leren. Zoek vervolgens minstens twee bronnen (een gesproken en een geschreven bron) waar je informatie over de zinsdelen kunt vinden die je nog niet goed (genoeg) beheerst. Ook deze bronnen (URL's) zet je in het Word-bestand. Bestudeer de bronnen en noteer datgene wat je ervan hebt opgestoken.
Deze activiteit mag niet langer dan tien minuten duren.
! Let op !
- Sla het Word-bestand goed op onder je leerlingnummer.
- Dit bestand wordt jouw werkbestand waarin je aantekeningen maakt over datgene wat je heb geleerd van de opdrachten die je hebt gemaakt, van de instructie die je hebt gelezen of van de instructie die je hebt 'bekeken'.