Aan de bouw van een menselijke cel is al enigszins af te leiden waarvoor hij zal dienen. Een menselijke eicel bijvoorbeeld is vrij groot en bevat al voedsel voor de nakomeling. Een spermacel moet zwemmen om de eicel te kunnen bevruchten en heeft daartoe een flinke zwemstaart.
Een cel die wat betreft vorm en functie nog alles kan worden noem je een stamcel. Stamcellen zijn dus cellen waaruit allerlei types nieuwe cellen kunnen groeien.