Celwand in bacteriën, schimmels en planten

De aanwezigheid van een celwand is een belangrijk indelingscriterium. Bacteriën, schimmels en planten hebben een celwand, dieren niet.
De samenstelling van de celwand bij schimmels, bacteriën en planten verschilt. Schimmels hebben vooral chitine in hun celwanden. Bacteriën kunnen allerlei stoffen in hun celwand hebben.

De celwand bij planten is een product van de cel.
Bij de vorming van de celwand ontstaat eerst een laagje pectine. Als de cel zijn uiteindelijk vorm en grootte heeft bereikt, wordt hiertegen cellulose afgezet. In sommige cellen wordt als extra versteviging houtstof gevormd.
Als de celwand geheel is verhout is, is de cel beperkt in groei en sterft.
De celwand beschermt de cel, geeft de cel zijn vorm en voorkomt dat de cel teveel water opneemt. De celwanden van planten houden de plant overeind, tegen de zwaartekracht in. De celwand is doorlaatbaar voor allerlei kleinere moleculen.