Receptoreiwitten en regeling

Een celmembraan vormt voor de cel het contact met de buitenwereld.
Voor het opvangen van signalen zitten er in het celmembraan ontvangers ofwel receptoren. De signalen kunnen chemische stoffen zijn die zich vrij buiten de cellen bevinden, zoals hormonen of koolstofdioxide. Andere signalen bestaan uit stoffen die zich op het celmembraan van andere cellen bevinden.
Om daarop te reageren moeten cellen contact met elkaar maken.

Zowel vrij voorkomende stoffen als membraangebonden stoffen roepen een reactie op bij het celmembraan. Meestal bestaat deze reactie uit een signaal dat aan de binnenkant van het celmembraan wordt afgegeven,
wat vervolgens tot een reactie in de cel leidt, bijvoorbeeld DNA activiteit.
De receptoren op het celmembraan kunnen verschillende vormen hebben.
Elk type receptor heeft zijn eigen vorm. Een cel kan een stof maken waar een andere cel op reageert. Een voorbeeld van zo’n stof is een hormoon, zoals insuline. Een levercel reageert op insuline door glucose op te nemen en dit om te zetten in glycogeen.