Veel eencelligen kunnen bewegen. Sommige weefsels, zoals trilhaardekweefsel in de luchtpijp (en de bekleding van de eileiders), hebben ook cellen met bewegende organellen in hun celmembraan.
Trilharen (ciliën of cilia) zijn celorganellen die voor beweging in een vloeistof (eencelligen) of van een vloeistof (slijm in luchtpijp) zorgen.
Flagellen (zweepstaartjes) zijn celorganellen die langer zijn dan trilharen.
Eiwitcomplexen in de celmembraan hebben een functie als motor om de flagel te bewegen.