Module 4 theorie opdracht relais

 

[Geef de titel van het document op]

[Geef de titel van het document op]

 [relais]

[Geef de titel van het document op]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deel 4        theorie opdracht  

 

relais

 

Inhoud.

 

1.  Toepassing van een relais

 

2.  Wat is een relais.

 

3.  Aansluiting van een relais

 

4.  Tekenschema aansluiting claxon op relais

 

5.  Berekening elektriciteit.

 

 

 

 

 

 

Theorie opdracht  Relais.

 

Introductie.

 

Relais

Een relais is in feite een op afstand bediende schakelaar.

Een relais bestaat uit maak en of verbreekcontact, die bediend worden door een elektromagneet.

Relais worden ingebouwd in auto's voor bediening van verschillende onderdelen

zoals:  - claxon

           - verlichting voor- en achterlampen

           - brandstofpomprelais

           - overspanningrelais, die voorkomen dat er een te hoge spanning wordt

              doorgestuurd naar gevoelige elektrische apparatuur in de auto.

 

 

                

 

Wat is een relais?

 

Een relais is in feite een op afstand bediende schakelaar.

Een relais bestaat uit een maak-  en of verbreek contact die bediend wordt door een elektromagneet.

Op de foto zie je een opengewerkt relais

 

Een relais wordt toegepast in auto's.

Voor de verlichting voor de claxon en andere elektronische besturingen.

Het is klein en kan overal geplaatst worden.

 

Een relais is een maak contact, dat wil zeggen, dat er een verbinding wordt gemaakt indien er spanning op de   spoelcontacten staat.

 

 

    schema relais

 

De aansluitingen lopen via een vast patroon.

De spoelcontacten zijn 85 en 86.

De stroom loopt van 85 (+ pool ) naar 86(- pool)

De contacten bij een maak schakelaar zijn altijd 30 en 87

 

De aansluiting op de + pool (voeding)van de accu op het relais is rechtstreeks of via een zekering op 30

 

87A is een rust contact

De schakelaar wordt aangesloten op 85

De claxon wordt aangesloten op de 87.

 

 

 

 

Dit is een relais met een ingebouwde zekering.

Het schema staat op het relais

De zekering wordt aangegeven met 

Dit relais wordt gebruikt om gevoelige apparatuur  te beschermen tegen te hoge piek spanningen.

Bij een te hoge spanning smelt de zekering en wordt de stroomtoevoer onderbroken.

 

 

 

 

 

In het onderstaande schema is een opstelling getekend voor de aansluiting van een claxon getekend.

 

Het schema is niet af.

Kun jij de claxon aansluiten via het relais met de tekst die op de vorige bladzijde staat ?

 

Teken de + draden rood

Teken de - draden blauw

Teken alleen rechte lijnen voor een overzichtelijk schema.

 

 

 

Indien je een zekering moet plaatsen in dit schema, waar plaats jij die dan.    Teken dit in het schema  ( symbool zekering)

 

 

 

Berekeningen elektriciteit.

 

Voor het berekenen van het vermogen, spanning of ampères wordt gebruik gemaakt van de formule

 

  P = U x I

 

P = het vermogen uitgedrukt in Watt

U = de spanning uitgedrukt in Volt

I = de stroomsterkte uitgedrukt in ampère.

 

 

 

 

 

Als er in een formule 2 eenheden gegeven zijn kun je de 3e uitrekenen.

Voorbeelden.

Een friteuse heeft een vermogen van 2200 Watt

De spanning is 220 Volt ?

Bereken de stroomsterkte

 

P = U x I

2200 = 220 x I

I = 2200 : 220 = 10 ampère.

 

Een accu van 12 Volt wordt gebruikt om een claxon aan te sluiten.

De stoomsterkte is 1,8 ampère

Bereken het vermogen van de claxon

 

P = U x I   

P= 12 x 1,8   

P = 21,6 Watt.

 

Een lamp heeft een vermogen van 100 Watt.

De stroomsterkte is 8,9 ampère

Welke spanning heb je nodig om de lamp te kunnen laten branden

 

P = U x I   

100 = U x 7,9   

U=  100 : 7,9 =  11,3 V

Bereken de volgende opgaven.

 

Een waterkoker heeft een vermogen van 2010 Watt

De spanning is 220 Volt ?

Bereken de stroomsterkte ?

 

.....................................................................................

 

....................................................................................

 

....................................................................................

 

...................................................................................

 

 

 

 

 

De spanning voor een wasmachine is 220 Volt.

De stoomsterkte is 4,5 ampère

Bereken het vermogen van de wasmachine.

 

.....................................................................................

 

....................................................................................

 

....................................................................................

 

...................................................................................

 

 

Een stofzuiger heeft een vermogen van 900 Watt.

De stroomsterkte is 8,9 ampère

Welke spanning heb je minimaal nodig om de stofzuiger te kunnen gebruiken

 

.....................................................................................

 

....................................................................................

 

....................................................................................

 

...................................................................................