Meet nu met een schuifmaat de boring van de cilinder.
De boring is . . . . . . . . . . . . . . . . . . . mm
Draai nu aan de krukas en zet de zuiger eerst in het bovenste dode punt en daarna in het onderste dode punt. Meet de slag die de zuiger gemaakt heeft.
De slag van de zuiger is . . . . . . . . . . . . . mm. Een beweging van de zuiger van boven naar beneden of omgekeerd noemen we een slag.
Dus: 1 keer ronddraaien aan de krukas zijn 2 zuigerslagen.
Demonteer nu het kleppendeksel aan de zijkant van de motor.
Om alles goed te kunnen zien, moet je ook het carter van de motor verwijderen. Dit is het onderste gedeelte (deksel) van het motorblok (zie figuur M03-1).
Kijk nu in het carter. Deze motor heeft 2 assen.
Het is de . . . . . . . . . . . . . . . . . as en de . . . . . . . . . . . . . . . . . . as.
Als je in het carter kijkt, zie je 2 tandwielen. Welke is het grootst, het krukastandwiel of het nokkenastandwiel?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tel nu het aantal tanden van het krukastandwiel.
Deze heeft . . . . . . . . . . . . . . tanden.
Tel ook het aantal tanden van het nokkenastandwiel.
Deze heeft . . . . . . . . . . . . . . tanden.
Als de krukas 10 keer ronddraait, dan draait de nokkenas. . . .. . . . . . . . . keer rond.
Als deze motor 2000 toeren per minuut maakt, dan draait de nokkenas
. . . . . . . . . . . . . . toeren per minuut.
Draai aan het vliegwiel (rechtsom) en kijk goed naar de beweging van de zuiger en de stand van de kleppen . . . . . . . . . . . . . .
Is de inlaatklep open of dicht?
Is de uitlaatklep open of dicht?
Gaat de zuiger omhoog of omlaag.
Inlaatslag
Open
Dicht
Omlaag
Compressieslag
Dicht
Arbeidsslag
Uitlaatslag
Je moet nu in volgorde de inlaatslag, compressieslag, werkslag en uitlaatslag kunnen zien. (je mag ook gebruik maken van een lesmodel). Vul de tabel verder in:
Monteer nu weer het carter en het kleppendeksel.
Monteer ook de koppakking en de cilinderkop. Draai de kopbouten of moeren kruisgewijs voorzichtig met gelijke kracht vast maar niet te vast. (VAST = VAST)
Leg je duim op het bougiegat en draai aan de krukas van de motor. Je voelt nu af en toe dat de motor een compressieslag maakt.
Draai de krukas van de motor precies 2 keer rond.
Hoe vaak voel je nu compressie?
. . . . . . . . . . . . . . keer.
Je hebt nu de krukas van deze motor 2 keer rondgedraaid.
Dit zijn . . . . . . . . . . . . . . slagen.
Hoeveel cilinders heeft deze motor?
. . . . . . . . . . . . . .
Je hebt nu gewerkt aan een . . . . . . . . . . . . . . cilinder . . . . . . . . . . . . . . slagmotor.
Monteer de bougie met de hand en sluit de bougiekabel aan.
Ruim alle gereedschappen en gebruikte materialen op. Veeg de werkbank en de vloer
Laat de docent controleren of jullie motor en werkplek in orde is.
Was jullie handen en ga gezamenlijk de evaluatie invullen.