Oefenopdrachten extraheren en chromatografie

Opdrachten bij extraheren en chromatografie (gebruik de aantekingen uit de PPT of gebruik internet voor de juiste antwoorden)

 

1. Je zet koffie met heet water en gemalen koffiebonen.

a. Leg uit waarom koffiezetten een voorbeeld van extractie is.

b. Wat is het extractiemiddel, het residu en het extract bij koffiezetten?

Bij de volgende vragen moet je ervan uitgaan dat je steeds evenveel gemalen koffie en heet water gebruikt.

c. Leg uit dat koffie van fijn gemalen bonen sterker zal zijn dan koffie van grof gemalen bonen.

d. Leg uit dat de koffie sterker is als je heet water gebruikt dan als je koud water gebruikt. Gebruik het woord "oplosbaarheid" in je antwoord.

 

2. Je extraheert een stof uit een mengsel van vaste stoffen. Welke twee scheidingsmethodes kun je gebruiken om het extractiemiddel te scheiden van het residua?

 

3. De beste kwaliteit olijfolie wordt door een koude persing uit olijvenpasta gewonnen. Dit gebeurt bij kamertemperatuur onder hoge druk. Na persing bevat de pasta nog steeds olijfolie.

a. Leg uit waarom water niet geschikt is om de overgebleven olie uit de olijvenpasta te halen.

Na persing wordt de resterende olijvenpasta gemengd met een oplosmiddel.Olijfolie lost hierin op.

b. Leg uit dat dit een vorm van extractie is.

c. Leg uit hoe je uit het extract van olijvenpasta de olijfolie kunt winnen.

d. Welke scheidingsmethode pas je toe als je niet alleen de olijfolie uit het extract wilt winnen, maar ook het oplosmiddel, zodat je dat kunt hergebruiken.

 

4. In Hengelo wordt zout uit een steenzoutlaag in de bodem geëxtraheerd met water.

a. Wat is het extract en wat is het residu?

b. Op welk verschil in stofeigenschappen berust deze scheidingsmethode?

c. Welke scheidingsmethode wordt toegepast om het zout in vaste toestand te verkrijgen.

 

5. Noem twee verschillen tussen de stationaire fase en de mobiele fase bij chromatografie?

 

6. Iris zegt dat het oplossen van de kleurstof in de loopvloeistoffen een vorm van extractie is. Heeft Iris gelijk? En waarom?

 

7.  Wat meten we met een Rf waarde bij chromatografie? Noteer hierbij ook de formule om de Rf waarde uit te rekenen. 

 

8. Lisa wil weten of de groene kleurstof in spinazie en andijvie dezelfde is. Ze maakt extra geconcentreerd spinazie en andijvie sap. Van elk sap zet ze een dikke streep op het chromatogram. De papieren zet ze in de loopvloeistof. Je ziet hieronder het resultaat.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

a. Welke conclusie kan Lisa uit haar experiment trekken?

b. Wat kan Lisa doen om het chromatogram van andijvie en spinazie beter met elkaar te kunnen vergelijken?

c. Bereken de Rf waarden van de donkergroene en geelgroene kleurstof uit het chromatogram van spinazie. Meet hiervoor de afstanden op in het figuur hierboven.

d. Lisa wil weten of de bovenste gele vlek afkomstig is van de voedingskleurstof caroteen. Beschrijf hoe ze dit kan onderzoeken.