Bereken het volume van een voorwerp in cm3 met een dichtheid van 2,7 g/cm3 en een massa van 2,3 kg.
Als het volume van een voorwerp 6 cm3 is, hoe groot is dan de massa in kg als de dichtheid 0,78 g/cm3 is?
Wat is de dichtheid in g/cm3 van een kubusje met een volume van 12 cm3 en een massa van 136 g.
Van welke stof zou het kubusje kunnen zijn?
Als het volume van een voorwerp 650 cm3 is. Hoe groot is dan de massa in kg als de dichtheid 2,30 g/cm3 is?
Vraag 2
Een tankwagen van een oliemaatschappij kan 25000 liter benzine vervoeren.
Bereken de massa van de lading.
Hoeveel kg vervoert de tankwagen meer wanneer er geen benzine maar olie in de tankwagen zit?
Leg uit hoe je met deze tankwagen de dichtheid van een onbekende vloeistof zou kunnen berekenen (en dus kunt opzoeken in een tabel welke vloeistof dit zou kunnen zijn).
Vraag 3
Melissa wil graag weten wat er in een flesje zit, het etiketje zit er niet meer op. Ze neemt een maatcilinder en weegt deze op de bovenweger. Deze geeft een massa van 50,0 gram.
Vervolgens giet ze er 50,0 ml van de onbekende vloeistof in. De bovenweger geeft een massa aan van 85,5 g.
Bereken de dichtheid van de onbekende vloeistof.
Zoek in de tabel op welke vloeistof dit zou kunnen zijn.
Is het echt nodig om te weten wat de massa van de maatcilinder is?
Vraag 4*
Niet alleen vloeistoffen en vaste stoffen hebben een dichtheid, gassen hebben ook een dichtheid.
In het lokaal is natuurlijk ook lucht aanwezig, en deze heeft dan ook een massa. Van een lokaal zijn de volgende meetgegevens bekend; lengte = 10,0 m, breedte = 8,0 m en de hoogte = 3,20 m
Bereken de massa aan lucht die er in het lokaal aanwezig is.
Wat zou er na verloop van het lesuur gebeuren met de dichtheid
Lucht op aarde bestaat voor 78% uit stikstof, 21% uit zuurstof (daarnaast nog 1% dat bestaat uit waterdamp, koolstofdioxide en een paar andere gassen die je niet hoeft mee te nemen in je berekening). Toon met een berekening aan dat de dichtheid van lucht 0,00129 g/cm3 is.
Vraag 5
Erica doet 30 ml water in een maatcilinder. In het water laat zij een een stukje baksteen zakken. Het volume van het water en stukje baksteen is nu 32 ml.
Bereken het volume van de baksteen.
Bereken de massa van het stukje baksteen.
Vraag 6
Bereken het volume van de onderstaande balk.
Vraag 7
Je krijgt twee verschillende blokjes metaal. Eén is gemaakt van messing en de ander van koper. Je wilt er achter komen welk blokje van welk metaal is gemaakt door de dichtheid te bepalen.
Leg uit welke benodigdheden je nodig hebt om de dichtheid te bepalen?
Schrijf een werkwijze voor het bepalen van de dichtheid van beide blokjes.
Vraag 8
Een balk van eikenhout weegt 4,9 kg. Wat is het volume van de balk?
Wat is de massa in gram van 1 m3 beton?
Vraag 9*
Cola bestaat voor het grootste gedeelte uit water (65%) en suiker (35%).
Bereken wat de dichtheid van cola is met de bovenstaande percentages.
Leg uit waarom ijsblokjes in cola drijven.
Wat gebeurt er met de dichtheid van de cola wanneer de ijsblokjes gesmolten zijn?