Een ondiepe poel water met water- en moerasplanten zal langzaam maar zeker veranderen in een stuk land. De moerasplanten verdampen veel water en de poel zal steeds minder water bevatten. Daardoor kunnen zich andere planten vestigen die veel grond vasthouden en organisch materiaal toevoegen.
Er volgen diersoorten die zich met de planten en elkaar voeden. De biodiversiteit aan soorten neemt op die manier toe. De voormalige poel vormt zo een geschikte niche voor een groeiend aantal soorten.
Het samenspel van abiotische en biotische factoren heeft als resultaat dat een ondiepe poel een stukje land wordt, waarop uiteindelijk bomen gaan groeien.