EHS en ecoducten

De natuur in Nederland is behoorlijk versnipperd. Door bebouwing en het aanleggen van wegen zijn natuurgebieden van elkaar gescheiden. Daarmee kunnen individuen van populaties elkaar niet meer bereiken om zicht voort te planten. De genetische variatie komt hiermee in gevaar, doordat de genenpoel van de populatie afneemt, en daarmee dus ook het voortbestaan van de populatie.

Om populaties gezond en in stand te houden, moeten populaties van verschillende leefgebieden elkaar kunnen bereiken. Om (verdere) versnippering tegen te gaan, leggen het Rijk en de provincies sinds 1990 een samenhangend netwerk aan:
de Ecologische Hoofdstructuur (EHS).

In de EHS liggen:

Door het aanleggen van verbindingen hiertussen ontstaat de EHS. Een voorbeeld van een verbinding is de aanleg van een ecoduct. Wilde zwijnen, herten en andere dieren krijgen zo meer overlevingskansen en uitwisselingsmogelijkheden.