Het woord habitat betekent zoiets als woonplaats.
Met habitat wordt de fysieke leefomgeving van een populatie of van een soort als geheel aangeduid.
Een populatie wordt gevormd door alle individuen van één soort in een bepaald gebied.
De habitat van een diersoort kan zowel de levende (bijvoorbeeld een parasiet die in een ander dier leeft) als de niet-levende omgeving zijn (bijvoorbeeld een vis in het water).