Gaat het bij de habitat om een fysieke plaats, bij niche wordt meer gekeken naar de rol of functie die een organisme inneemt in een ecosysteem.
Aard van het voedsel, de manier van voedsel vergaren, de invloed op de naaste omgeving en de invloed op andere soorten spelen daarbij een rol. Zo is er in een ecosysteem een niche voor planteneters, aan niche voor vleeseters enz.
In verschillende ecosystemen wordt die niche door andere soorten bezet.
Een niche geeft ook aan dat er de mogelijkheid is dat een soort zich er zou kunnen vestigen. Als de biotische en abiotische factoren in een bepaald gebied gunstige levensomstandigheden vormen voor een organisme zal het er zich kunnen vestigen: er is een niche voor die bepaalde soort. Of het die soort zal lukken zich daadwerkelijk te vestigen, hangt af van de concurrentie.
Mogelijk is die niche al bezet door een andere soort.