In deze woordenschatopdracht staat figuurlijk taalgebruik centraal.
Leerdoelen
Na deze opdracht:
Eindproduct
Je rondt deze opdracht af met of het schrijven van een column van ongeveer 200 woorden over het gebruik van figuurlijk taalgebruik of je maakt een filmpje waarin je 3 figuurlijk bedoelde spreekwoorden letterlijk uitbeeld (zoals het filmpje over Als de kat van huis is ...)
Beoordeling O/V/G
Je laat je column beoordelen door je docent.
Hij/zij beoordeelt je column aan de hand van de volgende vragen:
Ook het filmpje wordt beoordeeld met een O/V/G door je docent:
Voor het filmpje geldt:
Werkwijze
Activiteiten
Stap | Groepsgrootte | Activiteit |
Stap 1 | Alleen | Bestudeer het Kennisbankitem 'Figuurlijk taalgebruik'. |
Stap 2 | Alleen + tweetal | Bestudeer het Kennisbankitem 'Vergelijkingen'. |
Stap 3 | Alleen + tweetal | Wordt figuurlijk taalgebruik soms verkeerd begrepen? |
Stap 4 | Alleen + tweetal | Wel of geen figuurlijk taalgebruik? |
Benodigdheden
Geen extra benodigdheden.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer één lesuur nodig.