Inleiding

Als doktersassistent ben je het eerste aanspreekpunt voor patiënten. Je beantwoordt de telefoon, regelt het spreekuur en ontvangt patiënten. Daarnaast houd je je bezig met de organisatie van de praktijk. Je legt dossiers en instrumenten voor de arts klaar en verzorgt de administratie.

Je hebt te maken met uitgebreide voorschriften en protocollen. Op drukke momenten moet je veel dingen tegelijk doen en lang achter elkaar door kunnen werken zonder fouten te maken. Dat vergt concentratie, maar ook organisatietalent.

Bij het vak organisatie en administratie leer je en maak je kennis met verschillende facetten in het werk als doktersassistent en wat belangrijk is om bij  te dragen aan veilige zorg.

Verder leer je de basisprincipes van kwaliteit in de zorg en waarom het belangrijk is om nauwkeurig, procesmatig en efficiënt te werken.

Bron: