Als je een tekst gaat schrijven dan moet deze er aantrekkelijk uitzien. Door een mooie lay-out verleid je de lezer om jouw tekst te lezen. Een ander woord voor lay-out is opmaak. De lay-out bestaat uit de volgende onderdelen:
De titel van een tekst maakt duidelijk waar de tekst over gaat. Maar vaak is hij ook bedoeld om de aandacht te trekken. De meeste artikelen hebben een dikgedrukte (vet) titel, dan valt hij goed op.
Tussenkopjes geven aan waar een nieuw gedeelte van de tekst begint. Ze zijn vooral handig bij het globaal en bij het zoekend lezen.
Plaatjes noemen we in teksten illustraties. Illustraties kunnen je helpen te begrijpen wat in de tekst wordt bedoeld. Ze brengen in beeld wat in de tekst met woorden wordt gezegd en zijn vooral bedoeld om de aandacht te trekken. Om een illustratie goed te begrijpen is het vaak nodig de tekst te lezen.
Wanneer je de inleiding met vetgedrukte letters typt, ziet de lezer meteen wat de inleiding is en waar de eigenlijke tekst begint. Op die manier zie je snel wat je kunt overslaan als je haast hebt. Belangrijke begrippen zijn ook vaak vetgedrukt.
Gebruik voor je artikel of brief altijd één lettertype, dat staat netter. Ook probeer je een niet te groot lettertype te kiezen (meestal 10, 11 of 12) en gebruik je een goed leesbaar lettertype (bijvoorbeeld Arial of Times New Roman). Ga geen zinnen in hoofdletters schrijven. DIT KOMT NOGAL SCHREEUWERIG EN AGRESSIEF OVER!
Na een inleiding begint een nieuwe alinea. Nieuwe alinea's kunnen inspringen of na een witregel beginnen. Ook het slot is een aparte alinea. Afhankelijk van de lengte van je kern besluit je of dit in één alinea past of dat je de tekst in meerdere alinea's verdeelt.
Schrijf een kort verhaal over je vakantie. Denk bij het schrijven aan de indeling en de lay-out. Je verhaal wordt ongeveer een A4 lang.