Er zijn verschillende manieren waarmee de schrijver een boek kan beginnen. Zo kun je midden in het verhaal beginnen, of juist eerst het verhaal inleiden en sommige boeken beginnen met een proloog.
Ab ovo
De schrijver legt uit wie de hoofdpersoon is en in welke situatie hij of zij zit. Langzaam kom je in het verhaal te zitten. Het verhaal verloopt chronologisch.
Medias res
De schrijver begint het boek midden in het verhaal. Je moet even doorlezen om erachter te komen wie de hoofdpersoon is en wat er aan de hand is.
De schrijver kiest er vaak voor om midden in het verhaal te beginnen, omdat het dan direct spannend is. Je wilt verder lezen, omdat je wilt weten wat er speelt.
Post rem
Het boek begint met het einde van het verhaal. Je leest in een flashback (= terugblik) wat er voorafgaand aan het einde is gebeurd.
Proloog
Een proloog is een apart hoofdstuk dat voor het eerste hoofdstuk komt. In de proloog wordt vaak al iets verteld over de afloop van het verhaal. Omdat je wilt weten wat er vooraf is gebeurd, ga je het verhaal lezen.
Een boek kan eindigen met een open einde, een gesloten einde of een epiloog.
Open einde
Het verhaal is nog niet helemaal afgelopen. Als je het boek uit hebt, zit je met onbeantwoorde vragen.
Gesloten einde
Het verhaal is afgelopen als het boek uit is. Je weet hoe het afloopt met de hoofdpersoon en zijn/haar belangrijkste probleem is opgelost. De meeste jeugdboeken hebben een gesloten einde.
Open of gesloten eindes hebben niets te maken met verhalen waarvan meerdere boeken zijn verschenen. Neem bijvoorbeeld de ‘Harry Potter-serie’ Er zijn wel zeven boeken, maar elk boek heeft een afgerond verhaal, waarin het hoofdprobleem van dat boek wordt afgerond, dus een gesloten einde
Epiloog
Een epiloog is een extra hoofdstuk na het laatste hoofdstuk. Vaak zit er een terugblik in een epiloog of juist een blik in de toekomst.
Bijvoorbeeld:
Het boek Harry Potter en de Relieken van de Dood eindigt met een epiloog waarin wordt verteld hoe het de hoofdpersonen negentien jaar later vergaat.