Een memo is een kort briefje dat gebruikt wordt om informatie door te geven aan één of meer personen. In een memo schrijf je op wat je met iemand besproken hebt. Dat kan in een telefoongesprek zijn, maar het kan ook zijn dat je die persoon direct gesproken hebt.
In de memo maak je gebruik van de volgende opmaak:
Voorbeeld memo:
Telefoon
Voor: mama |
BOODSCHAP Wilt u mevrouw Remerij zo snel mogelijk terugbellen? |
Je gaat een memo schrijven. Het volgende is gebeurd:
Bij het bedrijf waar je stageloopt, krijg je telefoon. Aan de lijn is meneer Van der Plas van Koeriersbedrijf Watervlug. Hij is op zoek naar de heer Ouwehand, want er zou voor hem een pakketje worden bezorgd. Jij vertelt aan meneer Van der Plas dat de heer Ouwehand nog niet aanwezig is, maar dat jij de boodschap zal doorgeven.
Meneer Van der Plas meldt dat de auto waarin het pakketje voor de heer Ouwehand wordt vervoerd bij een kettingbotsing betrokken is. Op dit moment is een andere auto van het Koeriersbedrijf Watervlug onderweg naar het beschadigde voertuig om de lading over te nemen. Het is nog niet bekend wanneer de zending kan worden afgeleverd. Er wordt geprobeerd om uiterlijk morgenochtend 10.00 uur alle pakketjes op de juiste adressen te hebben bezorgd.
Als de heer Ouwehand nog vragen heeft, kan hij meneer Van der Plas altijd bellen. Hij is bereikbaar op nummer: 012 – 3456789. Door de extra ontstane drukte kan het soms wel even duren voordat hij haar aan de lijn krijgt.
Tot slot zegt hij de situatie vervelend te vinden en biedt hij zijn excuses aan voor de overlast. Ook vraagt hij om begrip, omdat de oorzaak van het ongemak buiten de schuld van Koeriersbedrijf Watervlug is ontstaan.
Na het telefoongesprek schrijf je een memo voor de heer Ouwehand.
Zorg dat je zo kort mogelijk de boodschap opschrijft (dus schrijf niet alles over!).