Leesvaardigheid

Tekstverbanden

Als je tekstverband aanbrengt, zorg je voor samenhang in een tekst. Voor logica in de volgorde van de ene zin naar de andere en de ene alinea naar de andere. Zo begrijpen lezers sneller waar de tekst over gaat. Je brengt het verband dus aan tussen zinnen en tussen alinea’s.

Voorbeeld 1: Jan gaat binnenkort werken. Hij is klaar met zijn studie. Hij vond het studentenleven mooi. Er breekt een tijd aan van minder lol en meer structuur. De ex-student zal zijn studievrienden minder zien. We zullen hem niet zo vaak in de kroeg aantreffen. Er gaat veel veranderen in zijn leven.

Voorbeeld 2: Jan gaat binnenkort werken, want hij is klaar met zijn studie. Hij vond het studentenleven mooi, maar nu breekt een tijd aan van minder lol en meer structuur. Ook zal de ex-student zijn studievrienden minder zien. We zullen hem vast niet meer zo vaak in de kroeg aantreffen. Kortom, er gaat veel veranderen in zijn leven.

Zie je het verschil tussen de twee voorbeelden? De zinnen in het eerste hangen als los zand aan elkaar. Het lijkt of het zinnen zijn die niets met elkaar te maken hebben.

In het tweede voorbeeld zorgen de vetgedrukte woorden ervoor dat er verband in de tekst komt. De zinnen staan met elkaar in verbinding. De woorden die daarvoor zorgen, heten signaalwoorden.

Er zijn verschillende soorten verbanden; bij ieder soort verband horen vaak andere signaalwoorden.


Opsommend verband

Bij een opsommend verband worden een aantal zaken achter elkaar opgenoemd.
Voorbeeld 3: Ik ga eerst naar school, dan ga ik huiswerk maken, vervolgens ga ik hockeyen en tenslotte kijk ik nog een half uurtje televisie.

Een opsommend verband kun je herkennen aan signaalwoorden als:
eerst, dan, daarna, vervolgens, tenslotte, ook, bovendien, verder, nog, daarnaast, ten eerste ... ten tweede ... 

 

Uitspraak-voorbeeld

Bij het verband uitspraak-voorbeeld kan er in een zin een uitspraak worden gedaan, terwijl in de zin erna een voorbeeld staat. Of in de ene alinea staat een uitspraak en in de volgende alinea volgt het voorbeeld.

Voorbeeld 3: In het Nederlands elftal hebben de afgelopen jaren geweldige spelers gevoetbald. Denk bijvoorbeeld aan spelers als Arjen Robben, Robin van Persie en Wesley Sneijder.

Voorbeeld 4:
Alinea 1: Vroeger hadden de mensen in Middelburg nooit last van overlast door jongeren. De laatste jaren echter is de overlast stevig toegenomen. De burgers van Middelburg krijgen steeds meer last van jongeren die vernielingen aanrichten.

Alinea 2: Denk bijvoorbeeld aan het bekliederen van bushokjes, het in brand steken van prullenbakken en het gooien van eieren tegen de ramen van omwonenden van hangplekken. De lijst met vernielingen wordt steeds langer en langer.

Opdracht:

Kijk eens naar deze 3 zinnen. Wat is de uitspraak en wat het voorbeeld?

1. Ik vind junkfood erg lekker, bijvoorbeeld Big Mac's, Whoppers en pizza’s.
2. Youssef is een goede voetballer, zo scoorde hij vorige week drie keer in één wedstrijd.
3. Thuis speel ik veel spelletjes, waaronder PES, FIFA en Minecraft.

 

Het verband uitspraak-voorbeeld kun je herkennen aan signaalwoorden als:
bijvoorbeeld, zo, zoals, onder andere, neem nou, onder meer.

Oefening 1:

Lees eerst de tekst en beantwoord dan de vragen.

Dafne Schippers feestelijk onthaald op Rotterdam Centraal

Dafne Schippers en de rest van de Nederlandse atletiekploeg zijn vanmiddag per trein gearriveerd in Nederland na de WK atletiek in Londen. Op Rotterdam Centraal wachtte de wereldkampioene op de 200 meter een feestelijk onthaal.

Kinderen vormden een erehaag voor de atletiekploeg. De WK atletiek in Londen gaat de boeken in als de meest succesvolle in de Oranje-historie, met vier medailles en tien noteringen in de top acht. Naast het goud van Schippers nam Nederland drie bronzen plakken mee naar huis. Schippers pakte tevens brons op de 100 meter, Anouk Vetter werd derde op de zevenkamp en Sifan Hassan behaalde brons op de 5.000 meter.

Bron: AD door Marjolein Groenendijk, 2017

Vragen:

1. Wat is het onderwerp van de tekst?
2. Wat voor soort tekst is dit? Kies uit:
    A. advertentie
    B. ingezonden brief
    C. krantenartikel
    D. tijdschriftartikel
3. Dafne Schippers heeft een gouden medaille gewonnen op het WK atletiek. Op welk onderdeel?
4. In alinea 2 staat een opsomming. Schrijf de delen op.
5. Wat is het doel van deze tekst? Kies uit:
    A. amuseren
    B. informeren
    C. overtuigen
    D. overhalen