Onvoltooid deelwoord

Het onvoltooid deelwoord gebruik je voor handelingen die nog bezig zijn.
Het onvoltooid deelwoord is heel makkelijk te vormen: het is altijd hele werkwoord (infinitief) + d.

Gillend renden de meisjes het spookhuis uit.
Kees gaat rennend naar school.
Hij bereikte al schoppend het doel van de tegenstander.

Oefening 1: vul de zinnen aan met een onvoltooid deelwoord.

Een onvoltooid deelwoord noemen we ook wel een tegenwoordig deelwoord.

Oefening 2: Quiz
Oefening 3: waar of niet waar