Begin van het boek: Een boek kan beginnen met
* een inleiding,
* midden in het verhaal,
* het einde van het verhaal en met
* een proloog.
Einde van het boek: Een boek kan eindigen met
* een open einde,
* een gesloten einde en met
* een epiloog.
Een deelonderwerp is een onderdeel van het onderwerp. Bij een nieuw deelonderwerp begint vaak een nieuwe alinea.
Een tussenkopje is een titel van een alinea.
Met letterlijk taalgebruik bedoelen we dat je het precies bedoelt zoals je het zegt. Met figuurlijk taalgebruik bedoelen we dat je iets zegt of schrijft dat je niet letterlijk moet nemen.
Bijvoorbeeld: Het geld groeit me niet op de rug. Natuurlijk groeit geld niet op je rug! Je bedoelt te zeggen dat je niet oneindig veel geld hebt en je niet alles kan kopen.
Als de pv in de tegenwoordige tijd staat zijn er drie mogelijkheden:
Als de pv in de verleden tijd staat zijn er drie mogelijkheden:
Alle stukken die je schrijft (artikel, brief of betoog) hebben een inleiding, een middenstuk en een slot.
De lay-out bestaat uit de volgende onderdelen:
De volgorde van het ontleden is:
De persoonsvorm
De zin in zinsdelen verdelen
Het werkwoordelijk gezegde
Het onderwerp
Het lijdend voorwerp
Het meewerkend voorwerp
De bijwoordelijke bepaling
Er zijn vier vragende voornaamwoorden (vr.vnw.): wie, wat, welke, wat voor (een).
Aanwijzende voornaamwoorden (aanw.vnw.) zijn: deze, die, dit, dat, zulk(e), zo’n, degene, dergelijk(e).