Leerdoelen
Na deze opdracht:
- Ken je alle namen van de beenderen van het skelet.
- Ken je verschillende botgroepen.
- Ken je de kenmerken van zoolgangers, teengangers en hoef/topgangers.
- Begrijp je waarvoor je een skelet nodig hebt.
- Kun je zelf een model van skelet bouwen.
- Kun je bij verschillende diersoorten de plek van tenen/vingers,
voeten/handen, onderarm en dijbeen/bovenarm onderscheiden.