Leerdoelen
Na deze opdracht:
- Ken je 9 levenskenmerken.
- Begrijp je wat elk levenskenmerk inhoudt bij verschillende typen
levende wezens.
- Begrijp je wanneer iets dood, levend of levenloos is.
- Kun je bij een levend wezen weergeven welke levenskenmerken
aanwezig zijn.