Na de oorlog

Mao Zedong

Na de oorlog kreeg de Kwomintang onder Chiang Kai-shek een hele hoop goederen en wapens van de Verenigde Staten. De Amerikanen waren bang dat China communistisch zou worden als de Kwomintang niet geholpen werd. De Sovjet Unie had aan het einde van de Tweede Wereldoorlog geholpen om de Japanners te verslaan in het noorden van China, in de regio genaamd Mantsjoerije. Mantsjoerije was een rijke regio met veel grondstoffen en industrie. De Sovjet soldaten plunderden de fabrieken voor machines om mee terug te nemen naar de Sovjet Unie, aangezien de Sovjeteconomie een harde klap had gekregen door de oorlog.

Een groot probleem met Mantsjoerije was dat er geen Chinese soldaten waren, zelfs na de overgave van de Japanners. Zowel de communisten als de nationalisten wilden graag de regio in handen krijgen en dit zorgde voor meer frictie tussen de twee groepen. De communisten werden geleid door Mao Zedong, ze hadden een stuk minder troepen dan de nationalisten. De Kwomintang was een heel stuk sterker ook aangezien ze beter materiaal hadden. Toen de Kwomintang de communisten echter aanvielen,  wisten zij hen niet te verslaan. Sterker nog, de communisten lanceerde een ongelooflijk effectief tegenoffesief. Hierdoor keerde het tij van de oorlog. Vanaf nu was de Kwomintang op haar retour. Uiteindelijk in 1949 riep Mao Zedong de Volksrepubliek van China uit in Beijing.