Rusland onder Lenin en Stalin

Toen de communisten na de Russische revolutie in 1917 aan de macht waren, werden tegenstanders van het regime hard aangepakt en vaak zelfs naar strafkampen gestuurd. 

Het was de bedoeling van de communisten dat de arbeiders zelf de macht in de fabrieken kregen en dat iedereen gelijk was. Van een maatschappij waarin iedereen gelijk was kwam in de praktijk weinig terecht. Leiders als Lenin (1917-1924) en Stalin (1924-1953) keken niet op een leven meer of minder. Iedere persoon kon verdacht worden van staatsgevaarlijke activiteiten en kon eindigen in een strafkamp of heropvoedingskamp.