Meer macht voor de vorst

De periode 1000-1500 is een belangrijke periode voor het ontstaan van landen onder leiding van één vorst. Het lukte vorsten in die periode om een centraal bestuur in te stellen. Vorsten namen ambtenaren in dienst die zorgden dat de wetten die werden bedacht ook werden nageleefd. Die ambtenaren zorgden ook voor de belastinginning. Heel belangrijk, want met de deze inkomsten kon de vorst zijn eigen leger betalen. 

Voorbeelden van landen met veel macht voor de koning of keizer waren het koninkrijk Engeland, het Duitse Keizerrijk en het koningrijk Frankrijk.