Inkomstenbronnen
Er zijn verschillende manieren om een inkomen te verkrijgen.
Belangrijke inkomenstenbronnen zijn:
- arbeid: je werkt voor een loon of salaris.
- bezit: je krijgt rente over het geld op je spaarrekening of je krijgt de huur als een woning verhuurt.
- een eigen bedrijf: je krijgt de winst.
Met je inkomen kun je:
- consumeren: je koopt producten.
- sparen: je geeft een deel van het geld niet uit.
Soms krijg je een inkomen zonder dat je daar iets voor hoeft te doen. Een inkomen waarvoor je niets hoeft te doen, is een inkomensoverdracht.
Voorbeelden van inkomensoverdrachten zijn:
- kindertoeslag: bijdrage van de overheid voor de kosten voor kinderen.
- huurtoeslag: bijdrage van de overheid voor de huur.
- bijstandsuitkering: uitkering van de overheid voor iemand die geen werk heeft.
Soms krijg je een deel van je inkomen niet in geld maar in producten. Je noemt dat een inkomen in natura.
Voorbeelden van inkomens in natura zijn:
- een auto van de zaak.
- een mobiele telefoon van de baas .
- een abonnement op een krant of tijdschrift betaald door de zaak.