Modale werkwoorden - ovt

Zoals je gewend bent, ga je uit van de stam van het werkwoord.

Voor alle modale werkwoorden met een Umlaut (müssen, können, dürfen, mögen) geldt dat de Umlaut verdwijnt in de o.v.t.: müssen → stam zonder Umlaut = muss-

Het kenmerk van de verleden tijd is weer de letter -t-. De letter -t- komt tussen de stam en de standaard uitgang van de persoonsvorm.

Het is dus stam - Umlaut + t + uitgang!