Vaak wordt tijdens gesproken Engels op elkaar gereageerd met korte vragen die bestaan uit een hulpwerkwoord en een persoonlijk voornaamwoord: Did you? Have you? Does he?
Ze worden gebruikt om belangstelling te tonen, of bezorgdheid, verbazing, woede of zelfs ongeïnteresseerdheid, afhankelijk van de intonatie. Meestal worden ze echter gewoon gebruikt om aan te geven dat je luistert.
1.
Je gebruikt het zelfde hulpwerkwoord als in de zin waarop je een reactie geeft:
I've been there before. | Have you? |
Sally did see Nigel last night. | Did she? |
John does like her a lot. | Oh, does he? |
2.
Als er geen hulpwerkwoord gebruikt wordt, gebruik je een vorm van to do.
I had a great holiday in Greece. | Did you? |
3.
Je kunt een bevestigende zin met een ontkennende reply question beantwoorden.
Op die manier geef je aan dat je het er mee eens bent.
It was a great gig. | Wasn't it just! |
He's grown quite a belly. | Hasn't he! |