Voorspoed jaren twintig Volop technologische ontwikkelingen. De elektriciteit vindt een snelle verspreiding en dit heeft grote gevolgen. Nieuwe artikelen zoals stofzuigers en koelkasten rolden van de lopende band. Fotografie, radio en film worden geïntroduceerd. En de eerste vliegtuigen gaan de lucht in. Nieuwe vervoersmiddelen zoals de auto ontstonden. Met de grootschalige productie van consumptieartikelen werd door fabrikanten grote winst gemaakt." |
NSDAP De Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij (NSDAP), de partij van Hitler. Een partij met extreem nationalistische en racistische denkbeelden. In de jaren ’20 was deze partij in het verzwakte Duitsland ontstaan uit onvrede met het feit dat Duitsland als verliezer uit de Eerste Wereldoorlog was gekomen. De partij beloofde een uitweg uit de ellende en kreeg daarom veel politieke steun. |
Aandeel Een bewijs dat recht geeft op een deel van de eigendom van een vennootschap. Een aandeel geeft de aandeelhouder recht op een gedeelte van de winst en stemrecht. |
Democratie Een democratie is een staatsvorm waarin alle burgers kunnen meebeslissen over de manier waarop hun land geregeerd wordt. Vanaf ongeveer 1800 ontstonden in Europa democratieën. |
Stempelboekje Werklozen kregen slechts een kleine uitkering waarmee gezinnen net konden overleven. Twee keer per dag moesten werklozen met hun stempelboekje in de rij staan voor een stempel zodat ze niet stiekem wat bij konden verdienen. |
Wereldeconomie Het geheel van economische betrekkingen tussen de landen van de wereld. Zo had de ineenstorting van de beurs in New York grote gevolgen voor Europa, de Europese economie was immers vervlochten met die van de VS. |
Lening Geld dat je tijdelijk krijgt maar later weer terug moet betalen. De consumptie in de VS was veelal gebaseerd op leningen. Dit geld moest later worden terugbetaald aan de Amerikaanse banken. De Amerikaanse economie was dus ongezonder dan het leek. |
Colijn Nederlands minister-president tijdens de crisis van de jaren ’33-’39. |
Fascisme Het gedachtegoed van Mussolini. Hij was de leider van Italië en het voorbeeld voor Hitler. Een overeenkomst tussen het fascisme en nazisme is het Führerprincipe: er is één leider die iedereen volgt. |
NSB Nationaalsocialistische Beweging. Een politieke partij die het nationaalsocialisme van Hitler aanhing en in Nederland probeerde te verspreiden. |
Mussert Onder leiding van Anton Mussert kwam in Nederland een nationaal-socialistische beweging tot stand: de NSB. |
Zwarte donderdag Op 24 oktober 1929 stortte de beurs in New York volledig in. Dit noemen we de beurskrach. |
Beurskrach In 1929 stortte de beurs van de Verenigde Staten in. Hierdoor verslechterde de economie in de VS en Europa snel. De Beurskrach was het begin van de Grote Depressie. |
Communisme Communisme is een politieke en economische leer die privé-eigendom en een op winst gebaseerde economie wil vervangen door gemeenschappelijk eigendom. |
Nationaal-socialisme Het gedachtegoed van Hitler en de nazi’s. Zij waren tegen een staat met verkiezingen, tegen persoonlijke vrijheid en tegen het communisme. |
Sociaaldemocratie Een leer en politieke stroming die langs democratische weg tot het socialisme wil komen. Hierin streeft de samenleving naar de gemeenschappelijke voorziening in de behoeften van haar leden. In Duitsland riepen de sociaaldemocraten de republiek uit om vervolgens van 1918 tot 1933 te regeren. |
Kolonie Een kolonie is een overzees gebiedsdeel dat onder het bestuur van een ander land staat. Vaak wordt zo'n gebied veroverd om winst mee te maken. |
Failliet Als je je schulden niet meer kunt betalen en er beslag op al je bezit gelegd is ben je failliet. Een bedrijf dat failliet is, is dus niets meer waard. |
Dawes- en Youngplan Een poging van de geallieerden om oorlogsherstelbetalingen af te dwingen van Duitsland nadat het land in de Eerste Wereldoorlog was verslagen. |
Vrede van Versailles Een verdrag waarmee de Eerste Wereldoorlog formeel werd beëindigd. Dit was een verdrag tussen Duitsland en de geallieerden. Het vond plaats op 18 januari 1919. |
Grote Depressie Periode na 1929, waarin het wereldwijd economisch zeer slecht ging. Er was grote werkeloosheid en armoede. |
Infrastructuur Veelal is de overheid verantwoordelijk voor de aanleg en het beheer van de infrastructuur. De infrastructuur is het geheel aan verbindingen in een land. Denk onder andere aan wegen, spoorlijnen en vliegvelden. |
Weimar De Weimarrepubliek was de politieke benaming voor Duitsland tussen 1918 en 1933. Het was de opvolger van het Duitse Keizerrijk. De term verwijst naar de Duitse stad Weimar. Daar zetelde de toenmalige regering. |
Dienstplicht De verplichting tot het tijdelijk vervullen van werkzaamheden door (een deel van) de bevolking. Meestal wordt deze term gebruikt voor de militaire dienstplicht, waarbij jonge mensen een tijdlang verplicht deel uit maken van de krijgsmacht. |
Wapenindustrie De wapenindustrie produceert en verkoopt wapens en militaire goederen wereldwijd. |
Hitler Adolf Hitler (1889 – 1945) was een in Oostenrijk geboren Duits politicus en de leider van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP). Hitler veranderde Duitsland van een beginnende democratie in een totalitaire staat met hemzelf als de absolute dictator. |
Oorlogseconomie Bij een oorlogseconomie staat het werk in dienst van een naderende oorlog. Toen Hitler in 1933 aan de macht kwam hervormde hij de economie van Duitsland tot een oorlogseconomie. |
Splinterpartij Een splinterpartij is een politieke partij met een kleine achterban (mensen die de partij steunen). De invloed van zulke partijen op de landelijke politiek is meestal gering. Soms gaat het bij een splinterpartij om een afsplitsing van een grotere politieke partij. |