Een leraar berekent de cijfers voor een proefwerk met de formule:
c a
In de formule staat a voor het aantal punten dat een leerling heeft gehaald en c voor het cijfer dat hoort bij dat aantal.
Bij de formule kun je een tabel maken.
aantal punten a | 15 | 25 | 30 | 40 | 45 |
cijfer c | 4 | 6 | 7 | 9 | 10 |
Uit de tabel kun je aflezen dat je een 6 krijgt als je 25 punten hebt.
Ga met de formule na of dit klopt.