Vooraf: check de cursus ‘Lezen’ en ‘Schrijven’ in NN nogmaals. Daar staat veel informatie over de opbouw van teksten.
Wederom: gebruik het SEXI-model in de juiste volgorde: State, EXplain, Illustrate (de state mag als concluderende slotzin ook achteraan de alinea staan)
Nieuw deelonderwerp: nieuwe alinea.
Een duidelijke structuur is erg belangrijk voor de leesbaarheid van je tekst. Gebruik dus signaalwoorden, aan het begin en soms ook aan het einde van de alinea’s.
Een schrijfschema kan je helpen je gedachten goed te ordenen, voordat je gaat schrijven.
Zorg ervoor dat je inleiding alle kenmerken bevat van een correcte inleiding: aantrekkelijk, formuleren van het onderwerp/de (probleem)-stelling, afsluiten met hoofdgedachte en/of –vraag.
Zorg ervoor dat je slot geen nieuwe argumenten bevat, maar alleen een (logische) conclusie en vooral een prikkelende afsluitende zin.
Controleer of je je signaalwoorden correct gebruikt. Strooi bijvoorbeeld niet met het woordje ‘dus’: dat mag er alleen staan, als je een duidelijke conclusie geeft. Maak het daarnaast niet te schools/eenzijdig: Ik ga nu uitleggen dat… / Mijn eerste argument… Mijn tweede argument/ etc. Tot slot: gebruik afwisselende verbindingswoorden in plaats van tien keer het woordje ook in je tekst.
Geef een witregel tussen de inleiding en de kern en tussen de kern en het slot.
Tussenkopjes mogen, maar alleen als ze bij meer dan één alinea horen.