Paragraaf 3 'Het bestuur wordt feodaal'

Paragraaf 3 van hoofdstuk 3 gaat over het ontstaan van het feodaal stelsel (het leenstelsel). Dit stelsel was een politiek-bestuurlijk systeem waardoor de koning of keizer in staat was zijn grote rijk te besturen in een tijd waar gebrek was aan betaalmiddelen (geld). Om zijn trouwe dienaren (mannen van adel) te belonen gaf hij ze een stuk land in leen (leen = in het Latijn feodum, vandaar 'feodaal stelsel). De koning / keizer beschikte namelijk niet over geld om zijn trouwe dienaren te belonen. Een leen geven was dus een goed alternatief. 

Hoe werkte het in hoofdlijnen?

Leenheer (koning / keizer) geeft land in leen aan leenman(nen) (hertog of graaf) Leenheer krijgt trouw (raad= advies & daad = militaire steun) van leenman(nen)
Leenman(nen) geven trouw aan leenheer Leenman(nen) krijgen leen van leenheer. 

 

Kortom waar gaat het om? Om een verhouding tussen koning en zijn trouwe dienaren (adellijke mannen). Deze verhouding draait om TROUW en LEEN. 

Het bijpassende kenmerkende aspect = Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur. 

Uitleg 

Paragraaf 3: powerpointpresentatie

Filmpje

Film 'het onstaan van feodale verhoudingen in het bestuur'