In het vervolg gebruiken we de volgende voor de handliggende termen in een rechthoekige driehoek, zie plaatje.
Een rechthoekige driehoek ligt dus vast als twee van de volgende vier dingen kent: schuine zijde, aanliggende rechthoekszijde, overstaande rechthoekszijde, hoek. In de applet "rechthoekige driehoek tekenen" vink je de twee dingen die je weet aan. Met de schuif leg je de juiste waarden af. De rest kun je dan aflezen.
Kijk even hoe het werkt.