Lijn, lijnstuk en punt - Voorbeeld 2

Voor het tekenen van twee evenwijdige lijnen m en n gebruik je je geodriehoek.
1 Teken eerst met je geodriehoek een rechte lijn m.

 

 










2 Leg je geodriekhoek op lijn m
   Zorg dat de lijn onder één van de lijnen van je geodriehoek komt.












3 Teken vervolgens de tweede lijn. Zet de letter n bij de lijn.
De afstand tussen de twee lijnen is op ieder punt even groot.