1H06.3 Uitwerkingen Uitslagen ....................................................................................................
1 | * |
2 |
Van uitslag A kun je geen kubus vouwen, van uitslag B ook niet.
3 |
In de uitslag herken je een cilinder en een kegel.
4 |
bijvoorbeeld:
20
5 |
Een bouwplaat heeft plakrandjes, een uitslag niet.
Een bouwplaat kan uit losse stukken bestaan; een uitslag is altijd één geheel.
6 |
Bijvoorbeeld:
22
7 |
23
23
23
8 |
Bijvoorbeeld:
24
9 |
A: kegel B: (3-zijdige) piramide C (5-zijdige) piramide D (vijfkantig) prisma
25