Componeren van een lied
Tijdens deze lessen MuZa leer je zelf een lied componeren. In eerste instantie denk je misschien dat dit heel moeilijk is. Maar als je de stappen in deze lessenreeks volgt, valt het best wel mee.
De muzikale vorm van een lied:
Heel veel popliedjes bestaan vaak uit de volgende onderdelen:
Intro- Begin van een muziekstuk. Vaak instrumentaal
Couplet (Verse)- Een deel waarbij de test verandert maar de melodie gelijk blijft
Voor-refrein (Pre-chorus) Meestal maar twee regels als aankondiging van het refrein
Refrein (Chorus)- Een deel waarbij de tekst en de melodie iedere keer gelijk blijven
Brug (Bridge) - Een deel waarbij zowel de melodie als test anders zijn dan in de rest van het lied
Outro- Afsluiting van een lied. Vaak een solo, variatie op het refrein of een fade out (zachter worden).
Beluister het volgende lied en schrijf hiervan het vormschema op:
Zet bovenstaande delen (Intro-couplet- voor refrein-refrein-brug-outro) in de juiste volgorde.
De gouden formule van een popsong
Het meest voorkomende vormschema van een lied is:
Intro- couplet- voorrefrein-refrein-couplet-voorrefrein-refrein-brug-refrein-refrein-outro
In deze vorm gaan we het lied ook maken.
De vier basisakkoorden
Heel veel nummers hebben vaak dezelfde begeleiding of dezelfde vier akkoorden
Het onderstaande filmpje geeft hiervan een mooi voorbeeld:
De akkoorden die hierbij worden gebruikt zijn:
I - IV -V- VI
Vanuit C zijn dit de akkoorden:
C - F- G - Am
Deze begeleidingsakkoorden gaan we gebruiken voor het lied.
Hieronder staan ze genoteerd voor zowel gitaar als keyboard.
De volgorde en het ritme kun je later zelf nog bepalen.
Gitaar akkoorden
(Je kan ze eenvoudiger maken door alleen de onderste drie snaren aan te slaan en in te drukken)
Keyboard akkoorden