Printen

Bij het afdrukken van spreadsheets uit Excel gaat nog wel eens iets fout: iets wat liggend wordt afgedrukt terwijl het staand moet, kolommen die op een volgende pagina terecht komen, of er moet een kop-of voettekst bijgevoegd worden. Daarom hier enkele oefeningen om slimmer te printen.

 

Oefening: afdrukvoorbeeld aanpassen
1. Neem les 73 door van de gratis cursus.
2. Open onderstaand voorbeeldbestand in Excel door op de link te klikken.

Voorbeeldbestand Excel.xls

2. Ga via >Bestand naar >Afdrukken en voer de volgende aanpassingen door:

- Kies voor de staande afdrukstand.
- Maak het bestand passend voor 1 pagina (zie onder de knop Niet aanpassen).

In het afdrukvoorbeeld rechts in het afdrukscherm zie je wat er precies wordt afgedrukt.

 

Oefening: rasterlijnen afdrukken
1. Zorg dat het menu Afdrukken in Excel geopend is, net als bij de vorige oefening.
2. Klik onderaan de rij met opties op het linkje >Pagina-instelling. Het volgende scherm verschijnt:

 

 

 

 

3. Klik op het tabblad >Blad en vink daar >Rasterlijnen aan. Klik tenslotte op OK. (Zie de 3 rode kaders hieronder).

 

 

 

 

4. Kies bovenaan in het afdrukscherm de printer van je keuze en klik dan op de knop >Afdrukken bovenaan. Het bestand komt nu als volgt  uit de printer: Staand afgedrukt, alles op 1 pagina en met rasterlijnen.