Om duidelijk te maken dat iets in het verleden is begonnen en nog bezig is, gebruik je de present perfect continuous (voltooid tegenwoordige tijd met de -ing vorm).
De present perfect continuous bestaat uit: have/has + been + werkwoord in -ing vorm.
Let op, er is dus een verschil in zowel vorm als gebruik tussen de present perfect en de present perfect continuous.
Kijk maar naar het volgende voorbeeld:
Kort samengevat, de "present perfect" benadrukt het resultaat van een actie die voltooid is,
terwijl de "present perfect continuous" de nadruk legt op de duur van een actie die nog niet afgelopen is.
Voorbeelden:
De volgende signaalwoorden kunnen erop wijzen dat de present perfect continuous gebruikt moet worden:
De present perfect continuous kun je gebruiken in zowel bevestigende, ontkennende als vragende zinnen:
Bevestigend (+) |
Ontkennend (-) |
Vragend (?) |
She has been talking on the phone for hours.
|
She hasn't been talking on the phone for hours.
|
Has she been talking on the phone for hour? |
They have been swimming in the lake since three o’clock.
|
They haven't been swimming in the lake since three o’clock.
|
Have they been swimming in the lake since three o’clock?
|
Boris has been learning English for a long time. |
Boris hasn’t been learning English for a long time. |
How long has Boris been learning English? |