Voltooid deelwoord

Bij regelmatige werkwoorden is het voltooid deelwoord precies hetzelfde als de past simple.
Je maakt het dus door -ed achter het hele werkwoord te zetten.

De spellingsveranderingen zijn ook precies hetzelfde als bij de past simple:


Voorbeelden:

hele werkwoord verleden tijd voltooid deelwoord Nederlands
to play played played spelen
to live lived lived leven, wonen
to own owned owned bezitten
to work worked worked werken
to cry cried cried huilen
to tap tapped tapped tikken


Bij onregelmatige werkwoorden heeft het voltooid deelwoord een eigen vorm die je uit je hoofd moet leren.
Die is soms hetzelfde als de past simple, maar vaak ook niet.

Voorbeelden:

hele werkwoord verleden tijd voltooid deelwoord Nederlands
to be was/were been zijn
to buy bought bought kopen
to come came come komen
to do did done doen
to drink drank drunk drinken
to eat ate eaten eten
to feel felt felt voelen
to find found found vinden
to get got got krijgen
to give gave given geven
to go went gone gaan
to know knew known weten
to leave left left verlaten
to make made made maken
to meet met met ontmoeten
to read read read lezen
to say said said zeggen
to see saw seen zien
to sit sat sat zitten
to sleep slept slept slapen
to take took taken nemen
to teach taught taught leren, onderwijzen
to tell told told vertellen
to think thought thought denken
to understand understood understood begrijpen
to wear wore worn dragen
to write wrote written schrijven