Introductie
Dit boek wordt vaak gekozen voor leesverslagen omdat het zo dun is. ik wist van tevoren niet waar het boek over ging en was dus erg benieuwd. Toen ik de achterkant had gelezen leek het me een erg interessant verhaal, over een man die net doet of hij dementeert.
Informatie over de schrijver
Het boek is geschreven door Dimitri Verhulst, op dit moment 43 jaar. Hij is een Belgische schrijver en dichter, na zijn debuut in 1999 heeft hij nog 14 boeken, romans, verhalen, novellen, poëzie en toneel. Hij wordt gezien als een van de grote schrijvers uit de lage landen, een aantal van zijn boeken zijn in 40 talen vertaald.
Analyse van het boek
De beschrijving werkelijkheid in het boek
Het boek is natuurlijk heel onwerkelijk, een man die net doet of hij dement wordt. Maar wel in een manier geschreven waardoor het werkelijkheid zou kunnen zijn.
De bedoeling van de schrijver
Ik denk dat de bedoeling van de schrijver was een goed literair boek schrijven, dit is hem in mijn mening ook zeker gelukt. Tijdens het schrijven van de roman kwam Dimitri erachter dat de vrouw met wie hij twaalf jaar getrouwd was toch niet de grote liefde in zijn leven was. Hij vond het huwelijk een gevangenis (ook de inhoud van de roman spreekt daar over) en scheidde van haar. In een interview met Pauw en Witteman zei dat de roman zijn leven heeft gestuurd.
Het thema van het boek
Het thema van het boek is desillusie, hij doet zich voor als een verwarde man die niks meer begrijpt van de wereld. Maar van binnen is hij gewoon nog gezond. Hij doet zich dement voor maar dit is de oude man helemaal niet. Hij dacht dat hij een geweldig plan had maar in het tehuis komt hij erachter dat er meer mensen zoals hem zijn.
De motieven
Het vluchten:
Het opgenomen worden in een inrichting is voor de man een vlucht van het huwelijk met zijn vrouw. Dit is ook bij andere patiënten in het tehuis het geval.
Liefdesrelatie/echtscheiding:
Désiré (de man) is zijn huwelijksrelatie helemaal zat, hij wil weg van haar. Maar heeft ook het lef niet om met haar te scheiden, daarom bedenkt hij het plan om dement te worden, ook maakt zijn vrouw hem belachelijk tegenover zijn kinderen.
Dood/ouderdom:
In het boek speelt de dood een grote rol, zoals de dood van zijn jeugdliefde, die hij tegenkwam in het tehuis. Er wordt over de dood ook ironisch verteld door Verhulst.
Ook wordt er in het boek verteld hoe de wereld slecht met ouderdom en de dood omgaan, oudere worden behandelt als kinderen. En volgens Désiré is ouderdom zeker geen schoonheid.
De personages
Désiré Cortier
Désiré Cortier is een 74-jarige man die een groot deel van zijn leven heeft gewerkt als bibliothecair. Hij heeft een huwelijk met een vrouw die hem alleen maar dwars zit. Door zijn vrienden en jeugdherinneringen komt hij op het idee om weg te lopen, maar in plaats hiervan doet hij net of hij dement wordt. Ook wil hij graag zijn jeugdliefde terug zijn, maar dit is een grote teleurstelling.
Moniek de Petter
Moniek is een persoon in het verhaal die wordt geschetst als een lelijk mormel, dit weet je alleen niet zeker doordat de ik-persoon niet betrouwbaar genoeg is. Ze komt vaak heel onsympathiek over doordat ze boos wordt op haar dochtertje die geen vlees wil eten. Haar wraak om over de erectiepillen van haar man te beginnen aan tafel is de druppel voor hem.
Charlotte Cordier
Charlotte is een aardige dochter die een beetje medelijden heeft met haar vader. Ook brengt ze hem naar het tehuis, en biecht op wanneer ze haar vader een sigaret op ziet steken, dat ze altijd heeft gerookt. Ook is zij uitgekeken op haar vriend Paul.
Hugo cordier
Hugo heeft zich eigenlijk een beetje los gemaakt van de familie, hij heeft er niet echt meer veel interesse in. hij voelt zich niet verplicht om op feestdagen zijn ouders te bezoeken. Ook gaat hij niet naar het tehuis om zijn vader te bezoeken, hij wil de herinneringen aan zijn vader goed houden.
Het perspectief
Het perspectief licht bij désiré, de verteller is een ik-persoon. Deze is erg onbetrouwbaar omdat je maar moet geloven wat hij zegt. Dit wordt nog ongeloofwaardiger als je weet wat voor plan hij in zijn hoofd haalt.
De tijd en chronologie
De roman is geschreven in niet genummerde hoofstukken, het verhaal begint op de dag dat désiré 74 jaar wordt. Daarna gaat hij in het verhaal terug naar zijn huwelijk en andere dingen in het verleden. Het verhaal is wel in het heden geschreven. Dit kun je zien omdat hij al Facebook heeft, hij is dus rond de 2e wereldoorlog geboren. Er komen wel veel flashbacks in voor.
Het eind van het boek
Aan het einde van het verhaal wordt hij ‘ontmaskerd’ mensen weten dat hij alles nep heeft gedaan. In het laatste hoofdstuk wacht Monique op een telefoontje dat haar man is overleden. Het einde van het boek is eigenlijk heel erg duidelijk, je ziet een vooruitblik op de dood en de begrafenis van désiré.
Recensie en analyse + samenvatting:
Bron: Recensie door Martin Lok
Soms is fictioneel bedrog zo ongelofelijk ongelofelijk, en daarmee zo overtuigend, dat het niet de verbeelding maar de werkelijkheid tart. De dunne scheidslijn tussen fictie en feiten wordt dan weggeblazen, om de lezer of kijker met een permanent gevoel van onbehagen achter te laten. Zoals bij de politieke filmkomedie Wag de dog (1997), waarin de briljante spin doctor Conrad Brean (Robert de Niro) een niet bestaande oorlog spint, om de aandacht af te wenden van het seksschandaal waarin een Amerikaanse president verwikkeld is. Na het zien van deze film bekijk je elk journaal vol wantrouwen en vraag je je altijd weer af of die oorlog in Albanië of Pakistan wel echt gevoerd wordt. Het nieuwste boek van Dimitri Verhulst, De laatkomer, brengt iets soortgelijks teweeg. Hier ontvlucht de gepensioneerde bibliothecaris Désiré Cordier zijn vastgeroeste leven door dementie voor te wenden. Verhulst beschrijft dit met zoveel overtuiging dat hij zijn lezer aan het einde van het boek met meer verwarring achterlaat dan hij Désiré heeft getooid. Want als je De laatkomer uit hebt zul je je steeds weer afvragen of die demente bejaarde die je op de bank bij vrienden tegenkomt, of die je schuifelend door de straat ziet gaan, wel echt dement is. Het is of ‘de ongemakkelijke blik van dementerenden die woest hun hele geheugen omwoelen’ van Désiré Cordier op jou is overgegaan en je zelf niet langer kunt vinden wat er ook eigenlijk niet meer is.
Verhulst levert hiermee in iets meer dan honderddertig pagina’s een grootse prestatie op kleinnood formaat. Hij beschrijft eerst hoe Désiré onder de grillen van zijn echtgenote Moniek langzaam mentaal wordt uitgekleed, totdat hem niets anders meer rest dan een ‘pantser van onverschilligheid’. Om hem vervolgens zijn eigenheid te laten hervinden in de beschutting van huize Winterlicht en in een zeldzaam grappige wraakexpeditie jegens zijn vrouw. Hij kent haar zogenaamd niet meer, ontneemt haar zo haar identiteit, gaat alles doen waar zij een hekel aan heeft, of ontkennen waar zij voor staat, en breekt haar zo stukje bij beetje af. Totdat ze doodser is dan hijzelf ziek. ‘Moniek de Petter. Mooie naam, voor op een grafsteen.’
Naarmate de pagina’s van De laatkomer vorderen stijgt de stapel vereffende rekeningen. Daarbij slaagt Verhulst er steeds weer in herinneringen uit Désiré’s saaie ‘gezonde’ leven en burgermansbestaan in zijn ‘zieke’ leven weer een nieuwe plek te geven. Hij vindt een oude jeugdliefde terug, Rosa Rozendaal, symbool voor alle gemiste kansen in het leven van Désiré. Een schoonheid die hij als zestienjarige versmaadde, maar die nu te dement is voor een tweede poging. Alhoewel hij het wel probeert.
De herinneringen bezorgen Désiré zowel pijn als plezier. De triestheid spat van de pagina’s af als hij zich realiseert dat zijn vrienden hem, alhoewel hij nog leeft, wellicht nog wel herinneren, maar zich niet veel om hem bekommeren. Maar tegelijkertijd is op vele andere pagina’s een schaterlach onvermijdelijk, als Désiré voor de zoveelste keer op onnavolgbare wijze wraak neemt op de frustraties uit zijn verleden. Bijvoorbeeld bij zijn vertrek naar huize Winterlicht. Désiré herinnert zich dan dat hij eens op weg naar een vakantie-adres in het Zuiden vergeten was de caravan achter de auto te hangen. Niemand had wat gezien of gezegd, maar toen ze pas voorbij de Franse grens ontdekten dat de caravan ontbrak kreeg hij van Moniek alle schuld en de wind van voren. Terwijl zijn familie zich gereedmaakte om Désiré naar huize Winterlicht te verhuizen herleefde deze het gevoel van onheuse bejegening van toen en nam hilarisch wraak door te vertikken in de auto te stappen zonder dat de caravan was aangekoppeld. Ze gingen immers op vakantie! Dat de vreemde stoet die de straat verliet op deze wijze alleen maar meer bekijks trok, iets waar de trotse Moniek een broertje dood aan had, maakte de wraak voor Désiré nog zoeter dan zoet. In de onvoorstelbaarheid en perfecte schoonheid van dit soort belevenissen toont Verhulst zich een ware humorist, van grootse klasse, voor wie een goede grap een noodzakelijk ingrediënt is voor een serieus verhaal. Want bij alle grappen en grollen is een serieuze ondertoon nooit ver weg. Tussen de regels door uit Verhulst de nodige kritiek op de moderne gezondheids’zorg’, waarbij de menselijke maat snel uit het oog verdwijnt en de diagnose van dementie gebaseerd is op een simpele test van een half uur.
Als Désiré door krijgt dat hij voor zijn vrouw en kinderen eigenlijk is opgehouden te bestaan, zijn vrienden hem niet meer bezoeken, en ook Rosa hem geen nieuwe start kan bieden, beseft hij dat een fictieve dementie de herinneringen aan zijn saaie leven nog onvoldoende uitgommen. Dit luidt het eindspel in. De overteek van de Styx is onvermijdelijk. Maar dit kan voor de lezer geen echte verrassing zijn. De prachtige omslag van Femke Tomberg had die onvermijdelijkheid al voorspeld. Het toont een ganzenbord met daarop de mooiste herinneringen uit het leven van Désiré, in slechte en in goede doen. Een ganzenbord ook waarbij de overwinnaar de doodskist wacht.
Mening van de schrijver
Inhoudelijke informatie over het werk
Literaire argumenten
Eigen mening over het boek
Ik vond het boek erg makkelijk weg te lezen, ik denk omdat het zo dun is en ik dus in mijn achterhoofd heb dat het niet lang gaat duren voor ik het uit heb. Ik vond het verhaal heel interessant, ik vind het erg knap hoe Verhulst op zo’n verhaal is gekomen. Sommige delen vond ik het saaie leven van de man een beetje langdradig. Maar ik vond het een leuk boek om te lezen en zou het iedereen aan kunnen raden.