Voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord (volt deelw) gebruik je voor afgeronde handelingen en komt meestal samen met een hulpwerkwoord.
Kenmerken van het voltooid deelwoord:
- begint vaak met be-, ge-, ver- of ont-;
- eindigt op -n, -en, -d of -t.
Voorbeeld
- Ze zijn naar Amsterdam gefietst.
- Ik heb vannacht gek gedroomd.
- We zijn naar de disco gegaan.
- Joep is verhuisd.
- Ans is thuis gebleven.
- De wedstrijd is uitverkocht.
Regel voor -d of -t:
- Gebruik het woord kofschiptaxi om te bepalen of het voltooid deelwoord op -d of -t eindigt.
- Neem de stam van het werkwoord door -en van het hele werkwoord af te halen.
- Kijk naar de laatste letter van de stam.
- Als deze letter voorkomt in 't ex kofschip (t, x, k, f, s, c, h, p), eindigt het voltooid deelwoord op een -t.
Voorbeeld
- mixen → mix → gemixt;
- passen → pas → gepast;
- verhuizen → verhuiz → verhuisd.