Een gedicht is een kort verhaal waarin de dichter in weinig woorden veel probeert te zeggen.
De taal hoeft in een gedicht nauwelijks aan taalregels te voldoen. Het gedicht is de meest vrije tekstvorm die er is.
Maar er zijn soorten gedichten die wel een vaste vorm hebben.
De tekstregels van een gedicht noem je ook wel versregels. Versregels zijn vaak geen volledige zinnen, maar halve zinnen.
De versregels beginnen daarom lang niet altijd met een hoofdletter en worden ook niet altijd afgesloten met een punt.
Vaak bestaat een gedicht uit verschillende tekstblokjes. Zo'n tekstblokje wordt wel een strofe genoemd.
Komt een strofe een paar keer voor in één gedicht, dan spreek je van een refrein.
Niet alle gedichten rijmen en dat hoeft ook helemaal niet.
Als een gedicht wel rijmt, kun je vaak een van de volgende rijmsoorten herkennen:
In gedichten kunnen verschillende rijmschema's voorkomen. Een rijmschema wordt vaak aangeduid met letters.
De letter staat voor de slotklank. Twee dezelfde letters betekent dat die twee regels dezelfde slotklank hebben.
Een aantal bekende rijmschema's zijn: