Voorbeeld gepaard rijm:
a Mama, papa, blijf je thuis?
a Er lopen dieven door het huis.
b Er lopen dieven op de gang.
b In het donker ben ik bang.
Door: Joke van Leeuwen
Voorbeeld gekruist rijm:
a Het huis waar ik woon, heeft wel erg dunne muren
b en we wonen te dicht op een kluit.
a Dus een klein beetje herrie geeft ruzie met de buren
b en zo'n ruzie maakt ook weer geluid.
Door: Willem Wilmink
Voorbeeld omarmd rijm:
a Toen zij een meisje was van zeventien
b Moest ze de hele middag erwtjes doppen
b Op het balkon, ze wou de teil omschoppen
a Ze was heel woest, ze kon geen erwt meer zien
Door: Annie M.G. Schmidt
Voorbeeld gebroken rijm:
a Op het hoekje van de hooigracht
b En van de Nieuwe Rijn
c Daar zwoer hij, dat hij zijn leven lang
b Mijn boezemvriend zou zijn.
Door: Piet Paaltjens
Voorbeeld slagrijm:
a Meester Spicht zei tegen ons vandaag maar één ding leren
a Ik heb een heel mooi lied gemaakt vanmorgen bij het scheren
a Daarin staat hoe blij we moeten zijn en hoe we het waarderen
a Ga naar de burgemeester toe en zing ter zijner ere.
Door: Harrie Geelen