Trema en apostrof

Om uitspraakproblemen te voorkomen worden trema’s en apostrofs gebruikt.

Trema

Een trema gebruik je om te voorkomen dat een woord verkeerd wordt uitgesproken.

Voorbeelden

NB
Latijnse en Franse woorden die eindigen op -ei, -eus, -eum, en -ien krijgen geen trema:
museum, opticien, petroleum.

Apostrof

Een apostrof gebruik je: